Gaan we de opbrengsten uit houtige biomassa verrekenen in de opdracht of apart verkopen?
Of we de mogelijke opbrengsten uit houtige biomassa rechtstreeks in de opdracht gaan verrekenen of we er een aparte verkoop voor opstarten, hangt van de volgende factoren af:- Is er voldoende houtige biomassa met een behoorlijke kwaliteit aanwezig? Als de kwaliteit ondermaats is en ook als de hoeveelheden eerder beperkt zijn, is het logischer om de mogelijke opbrengsten in de opdracht te verrekenen;
- Loont het de moeite om tijd en mensen in te zetten om een aparte verkoop op te starten? Op een uitzondering na, vraagt een aparte verkoop meer werk en levert dit niet altijd een hogere opbrengst op. Alleen wanneer voldoende hoeveelheden en de nodige kwaliteit aanwezig is kan dit worden overwogen;
- In welke vorm en aan wie wordt het verkocht? Ook de vorm (brandhout of houtsnippers) en of het een exploitant/aannemer of een particulier brandhoutkoper betreft die het hout oogst, heeft een invloed op het terugverdieneffect. Particuliere brandhoutkopers zijn soms bereid om een hogere prijs te bieden dan wanneer een aannemer het tot houtsnippers zou verwerken. Nadeel is dan wel dat er een grotere personeelsinzet (controles, indeling loten...) nodig is.
Hoewel er bij kleinere hoeveelheden of een lage kwaliteit van de houtige biomassa vaak gekozen wordt om deze in de opdracht te steken, is voorzichtigheid geboden. Een aannemer zal namelijk altijd het risico op een verkeerde inschatting van de hoeveelheden die kunnen vrijkomen en de kwaliteiten en de hiermee verbonden opbrengsten willen beperken. Hij doet dit door de mogelijke volumes en opbrengsten beduidend lager in te schatten. Hierdoor lijkt de aannemersprijs uiteraard in eerste instantie wel lager, maar de waarde van de houtige biomassa wordt niet maximaal gevaloriseerd.