Je bent de beheerder van een bosgebied en wil een speelbos aanleggen om de plaatselijke jeugdvereniging een veilige en aangepaste speelzone te geven. Hoe doe je dat en waar moet je op letten? In het Technisch Vademecum Recreatieve infrastructuur geven we een overzicht van alle mogelijke infrastructuurelementen in groengebieden en hoe je een veilige recreatieve infrastructuur kan bouwen. Een korte samenvatting over waar je bij veiligheid moet op letten vind je hieronder:
Besluit betreffende veiligheid van speeltoestellen
KB van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen, aangepast door het KB van 28 september 2003 en KB van 28 maart 2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen. Zie ook Handboek veiligheid van speelterreinen (3e editie), een uitgave van FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. De reglementering over de veiligheid van speeltoestellen en uitbating van speelterreinen kadert in een groter geheel, namelijk de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten (WVPD). Die Belgische wet is op zijn beurt een omzetting van de Europese richtlijn betreffende algemene productveiligheid. Volgens het KB betreffende de uitbating van speelterreinen is het de taak van de uitbater om ervoor te zorgen dat zijn speelterrein veilig is. Het besluit stelt dat een speelterrein slechts mag worden opengesteld voor het publiek als het speelterrein als geheel en alle aanwezige speeltoestellen veilig zijn. Steeds moeten de contactgegevens van de uitbater op een duidelijk zichtbare plaats uitgehangen worden.Risicoanalyse
Om aan te tonen dat een speelterrein voldoet aan de algemene veiligheidsverplichting moet de uitbater, eventueel bijgestaan door derden (zoals een door BELAC geaccrediteerde keuringsinstelling), éénmalig een risicoanalyse uitvoeren, te herhalen wanneer er nieuwe toestellen in of ernstige wijzigingen aan het speelterrein worden aangebracht. Dit is een uitgebreid technisch onderzoek van alle details van een speelruimte. Speeltoestellen die voldoen aan een Europese Norm zijn vrijgesteld van risicoanalyse. Om de veiligheid te beoordelen, moeten de aanwezige gevaren geïdentificeerd worden. De basis hiervoor zijn de gevarenlijst (bijlage KB) en het veiligheidsniveau dat bereikt wordt door de toepasselijke Europese veiligheidsnorm. Om deze beoordeling uit te voeren, werden checklists ontwikkeld aangaande:- Bijkomende eisen voor specifieke toestellen (EN 1176) zoals schommel, glijbaan, kabelbaan, zandbak, …
- Algemene eisen voor toestellen inzake (EN 1176) gebruikte materialen, structurele integriteit, toegankelijkheid, valbescherming, oppervlakteafwerking, bewegende delen, beknelling, bodemafwerking, valhoogte, toegangsmiddelen, verankering, verbindingen, slijtage, …;
- Omgeving en zonering (het speelterrein in zijn geheel) aangaande inplanting, omheiningen en afscherming, zonering, groenvoorziening, meubilair en constructies, informatie, toezicht en onderhoud, …;
Preventiemaatregelen
Op basis van de risicoanalyse stelt de uitbater, eventueel bijgestaan door derden, preventiemaatregelen vast en past deze toe tijdens de opstelling en uitbating van het speelterrein. Dit betekent dat waar er volgens de risicoanalyse ontoelaatbare risico’s worden vastgesteld, het risico door preventiemaatregelen tot een aanvaardbaar niveau moet worden teruggebracht. Preventiemaatregelen kunnen zijn:- Technische maatregelen;
- 0rganisatorische maatregelen;
- Toezicht;
- Informatieverstrekking.