Paddenstoelvriendelijk gazonbeheer
Er zijn grote oppervlaktes gazon in vlaanderen. Een goede manier om die meer natuurwaarde te geven, is paddenstoelvriendelijk gazonbeheer.
Het verschilt nogal wat of er bomen op je gazon staan of niet. De paddenstoelflora verschilt sterk alsook het beheer. Meer over dat beheer lees je via de volgende link.
Indien er eik, beuk, haagbeuk, berk, hazelaar, linde, els of wilg in het gazon (of in de nabijheid) staat maak je kans op mycorrhizapaddenstoelen. Dit zijn paddenstoelen die als een gelukkig huwelijk samen leven met bomen, zodat beiden er voordeel uit halen. We noemen deze soorten de symbionten of boombegeleiders, ze beschermen de boom, helpen hem aan voedingsstoffen en zijn onontbeerlijk op voedselarme bodems. Het merendeel van de symbionten kunnen geen bemesting verdragen. Teveel bemesten van je gazon kan dus indirect schadelijk zijn voor de bomen in je tuin.
Voorbeelden van opvallende boombegeleiders zijn: amanieten, boleten, russula’s, en melkzwammen
Indien er geen bomen in of langs je gazon staan, dan heb je te maken met opruimers van dood organisch materiaal, ook wel saprofyten genoemd. Deze paddenstoelen zijn meestal opruimers van dode grasresten en berokkenen in tegenstelling tot wat velen denken geen schade aan het gazon. Opruimers komen elk jaar ongeveer op dezelfde plek terug, zolang er genoeg voedsel is. De eigenlijke zwam, de zwamvlok, overleeft vaak jaren ondergronds. Pas in de herfst worden de vruchten, de paddenstoelen, gevormd. Een heksenkring zal jaarlijks groter worden, doordat de zwamvlok zicht uitbreidt.
Waar opruimers groeien, schiet het gras vaak hoger op, omdat de zwamvlok bij vertering van dood materiaal heel wat stikstof vrijgeeft. Het gras binnen een heksenkring kan soms iets minder goed groeien, doordat de zwamvlok in concurrentie gaat met het gras voor water en voedsel. Ben je geen liefhebber van de oneffenheden die de paddenstoelen in je gazon veroorzaken, dan brengt het weinig op om ze te plukken. Zo verwijder je enkel de vruchten. De zwamvlok blijft onder de grond.
Er zijn opruimers die iets rijkere bodems verkiezen, opruimers die graag tussen het mos staan en zeldzame opruimers die je enkel op voedselarme ongestoorde bodems vindt.
Deze laatste groep is zeldzaam in Vlaanderen en is net als orchideeën indicator voor waardevolle graslanden.
Wees trots op je gazon en koester hem als je wasplaten, knotszwammen of aardtongen vind
Dit betekent dat jouw gazon reeds lang op een natuurvriendelijke manier wordt beheerd: hoe ouder het grasland, hoe zeldzamer de soorten.
Vind je paddenstoelen in jouw gazon, kijk dan eens of het een opvallende indicatorsoort is voor een waardevol grasland. De soorten hieronder worden gegroepeerd volgens de voedselrijkdom en ouderdom van de gazons/graslanden. Hoe ouder en voedselarmer, hoe zeldzamer. De linken verwijzen naar webpagina's van Natuurpunt.
1) Zeer oude, ongestoorde graslanden
2) Oude, niet of weinig gestoorde graslanden
3) Stabiele, schrale graslanden
4) Zich ontwikkelende schrale gaslanden met potentiële natuurwaarden
5) Zure bodems
6) Beginnende verschraling
7) Matig bemeste graslanden
8) Bemeste, verstoorde graslanden (meestal begraasd)