Vlechtstijlen

In gans Europa en ongetwijfeld ook buiten Europe is de mens op zoek gegaan naar technieken om het vee binnen te houden.Wanneer er een duidelijk patroon zichtbaar is spreekt men over een bepaalde vlechtstijl  of haagstijl.  De Eerste vlechtstijlen zijn vermoedelijk in de 16e eeuw ontstaan door boeren als veekeringen. Deze vlechtstijlen lieten nog veel ruimte voor improvisatie. Wanneer deze werden opgepikt  en verder ontwikkeld door hoveniers van landgoederen en kasteeldomeinen ontstonden geperfectioneerde uniforme vlechtstijlen. In Engeland en recent ook in Nederland worden nog steeds wedstrijden georganiseerd rond een bepaalde vlechtstijl. Ook in Frankrijk, en in het bijzonder in de streek van de Morvan, wordt het haagvlechten nog steeds toegepast. Hier wordt er een combinatie gemaakt van levende palen en stokken. Maar het is al duidelijk dat in gans Europa hier veel variatie aanwezig is. Georg Müller heeft met zijn tweedeling boek  Europe's Field Bounderies de verschillen opgetekend in alle Europese landen. Hierna volgende de tot nu toe gekende Vlaamse vlechtstijlen, de Nederlandse en enkele Engelse stijlen welke als inspiratie gebruikt worden voor huidige haagvlechters. Bij pragmatisch vlechten worden alle technieken door elkaar gebruikt.

Vlaamse Stijlen

Bij de Vlaamse stijlen onderscheiden we de plakhaag en de kruishaag. Beide typeren zich als smalle tot heel smalle hagen. Alvorens te buigen of te leggen worden  heel wat zijtakken  verwijderd. Deze technieken werden vermoedelijk ook op relatief jonge hagen toegepast in vergelijking met de Engelse stijlen.

Plakhaag

Een plakhaag is een vlechtstijl waar een schuingelegd stammetje tegen een rechtopstaande wordt vastgebonden in een bepaald patroon.

Kruishaag

Een kruishaag is een smalle haag waar de stammetjes door de mens worden gebogen en vastgemaakt tot een gelijkmatig ruitmotief

kaphaag

De kaphaag is een type haag dat bestaat uit dicht bij elkaar geplante lage knotbomen

Nederlandse Stijl

In Nederland wordt voornamelijk de Maasheggenstijl toegepast. Opvallend is dat er onder een hoek van 90° gelegd wordt en op verschillende niveau’s. De hoogte van de niveau’s varieert tussen 40-110 cm.  Er worden takken of leggers in de 2 lengterichtingen gevlochten. Hier en daar worden takken vastgebonden.

Engelse stijlen

Er zijn heel wat Engelse stijlen. Het grote verschil zit hem in de toepassing. Moeten er runderen dan wel schapen tegengehouden worden. Wordt er voornamelijk aan akker- dan wel aan veeteelt gedaan en hoe zit het met de bodem. Plus wat is er vlot voorhanden aan extra palen en bindmateriaal. Want heel wat  Engelse stijlen typeren  zich door het gebruik van extra palen en binders. Met binders wordt het vlechtwerk bedoelt dat als afwerking wordt aangebracht bovenaan de palen. Dit maakt het geheel extra stevig en oogt ook afgewerkt. Heel wat Welsh Styles typeren zich doordat de palen onder een hoek worden aangebracht. Natuurlijk zal de drang van heel wat landeigenaars om een eigen naar buiten te komen ook meegespeeld hebben waardoor de verschillen soms minimaal zijn. Heggen leggen of ‘ Hedgelaying was ook een deel prestige en uitstraling.  Wedstrijden werden er georganiseerd en de winnaar mocht de hagen rond het landgoed van de landeigenaar vlechten.

Veel aandacht gaat er naar uniformiteit en afwerking, maar ook het kapwerk moet volgens de regels van de kunst gebeuren. De afstanden tussen en hoogte van de paaltjes worden duidelijk gedefineerd en ook de wijze waarop de binders worden vastgemaakt verschilt van stijl.

Haagvlechten is arbeidsintensief is en komt ook in Engeland onder druk te staan. Maar mede dankzij organisaties zoals de ‘National Hedgelaying Society’ wordt dit cultuurhistorische erfgoed en deze ambacht verder gepromoot. Nog steeds worden er wedstrijden georganiseerd binnen een bepaalde stijl.

Hieronder worden er 3 verder uitgelegd, maar er zijn wel tientallen verschillende stijlen opgetekend, soms met minimale verschillen onderling.

Midland of Standard Style

De Midland Style is typisch voor runderen. Traditioneel wordt er eerst een greppel gegraven en op de heuvel die ontstaat van de aarde die uit de greppel komt wordt de haag aangeplant.  Dit is een ‘single brush’. Dit wil zeggen dat alle takken naar 1 kant ( weg van de greppel) uit het center gelegd worden ten opzichte van het midden. Hierdoor komen de stammetjes op elkaar te liggen en is het eindresultaat vrij hoog. Er worden steeds palen en binders gebruikt. 

South of Engeland

Bij deze stijl, worden de leggers naar beide zijden van de haag gelegd ‘double brush’. De palen komen ongeveer in het center te staan en worden afgewerkt met binders. Het eindresultaat is een stuk lager dan de Midland style.

Lancashire style

De Lancashire Style is een ietwat afwijkende stijl die nog het meeste lijkt op een levende takkenril. Specifiek voor schapen omdat het eindresultaat niet zo hoog is. Alle stammetjes worden naar 1 kant gelegd en zowel links als rechts worden er paaltes geplaatst aan de zijkant van de gelegde heg. De paaltjes vermijden dat bij hevige wind de pas gelegde broze stamme zouden kunnen breken.

Franse stijlen

Ook in Frankrijk, en in het bijzonder in de streek van de Morvan, wordt het haagvlechten nog steeds toegepast. Hier wordt er een combinatie gemaakt van levende palen en stokken.