Exoten in opmars

De Opmars van de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft in Vlaanderen

De gestreepte Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus acutus) is een relatieve nieuwkomer onder de exoten. Ze werd voor het eerst aangetroffen in Nederland in 2002 en in België pas in 2015. Bij onze noorderburen heeft de soort op zeer korte tijd grote delen van het land gekoloniseerd. En, hoewel de soort bij ons nog maar enkele jaren voorkomt, blijkt deze ook in Vlaanderen plots snel uit te breiden. Toen de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft (https://purews.inbo.be/ws/portalfiles/portal/29045152/BIR_2020_Scheers_etal_Procambarus_acutus_comlex_Belgium.pdf(opent nieuw venster)  en https://purews.inbo.be/ws/portalfiles/portal/29084538/Natuur.focus_2020_4_Exotische_rivierkreeften_in_Belgi_.pdf(opent nieuw venster) ) voor het eerst werd ontdekt waren er vondsten uit vier kilometerhokken en bleek deze op drie plaatsen gevestigde populaties te hebben. Nu, drie jaar later, spreken we over 5 gevestigde en uitdijende populaties en is de soort al vastgesteld binnen 21 *kilometerhokken verspreid over heel Vlaanderen. 

Gestreepte Amerikaanse rivierkreeft in Vlaanderen

Impact

Doordat deze soort nog relatief nieuw en onbekend is, is er nagenoeg niets geweten over de impact van de soort. Er wordt aangenomen dat haar impact vergelijkbaar is  met, de nauw verwante, rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii), welke op de Unielijst(opent nieuw venster) van zorgwekkende soorten in Europa staat. Onderzoek in Spanje toonde na de introductie van de rode Amerikaanse rivierkreeft drastische effecten op waterplanten (-99%), amfibieën (-83%), macro-invertebraten (-71%) en het aantal watervogels (-52%). Daarbij is de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft net als de andere Amerikaanse rivierkreeften drager van de kreeftenpest, die tot massale sterfte leidt bij de inheemse Europese rivierkreeften. De potentie voor kopzorgen is dus zeer reëel.

Geen alleenstaand probleem

Naast de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft komen er in Vlaanderen nog verschillende andere invasieve rivierkreeften voor: de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft (Faxonius limosus), de rode Amerikaanse rivierkreeft, de Californische rivierkreeft (Pacifastacus leniusculus)(opent nieuw venster), de marmerkreeft (Procambarus virginalis) en de Turkse rivierkreeft (Pontastacus leptodactylus).(opent nieuw venster) Vier van deze zes soorten zijn ook opgenomen in de Europese verordening betreffende invasieve, uitheemse soorten(opent nieuw venster) (via de site van IAS kan je de factsheets downloaden). Momenteel is de verspreiding van de verschillende soorten slechts gedeeltelijk gekend en is het steeds belangrijk om waarnemingen door te geven. Dat kan via waarnemingen.be (opent nieuw venster)

Rivierkreeften… onbeheerbaar?

Rivierkreeften bezorgen beheerders toch wat kopzorgen doordat ze zeer moeilijk te bestrijden zijn. Vooral in open systemen zoals beken, rivieren en gebieden met veel onderling verbonden grachten. In meer geïsoleerde systemen zoals vijvers of poelen die niet verbonden zijn met waterlopen is bestrijding echter zeker een haalbare kaart. Rivierkreeften kunnen relatief lang zonder water overleven (in een vochtige omgeving zelfs tot zes maanden), zich ingraven in holen en gemakkelijk over land lopen. Het is belangrijk deze drie eigenschappen in gedachten te houden bij de bestrijding. Wat kan je als beheerder doen?

1.       Isoleren door het plaatsen van een barrière rondom de plas (bv paddenscherm) om ontsnapping over land tegen te gaan;

2.       Densiteit verlagen door wegvangen met schepnet en/of fuiken;

3.       Volledig droogleggen van de vijver voor minimum 6 maanden (eventueel met een behandeling van ongebluste kalk)

4. Herstel van aangetaste wateren door introductie van inheemse roofvis

Deze methode is in het buitenland al succesvol gebleken voor verschillende soorten rivierkreeften. Naast eventuele praktische knelpunten dient men daarbij wel rekening te houden met eventuele andere obstakels, zoals politiek draagvlak of functie van de vijver. Maar zoals steeds geldt de regel dat er zo snel mogelijk na het ontdekken moet worden ingegrepen om zo de kans op slagen te vergroten. Door de snelle verspreiding vanuit nieuwe populaties draagt de eigenaar of beherende instantie van een vijver met rivierkreeften een verantwoordelijkheid om verdere verspreiding tegen te gaan. Voor verder advies kan men steeds terecht bij ANB, VMM en het INBO.

Auteurs: Kevin Scheers (INBO), Nicolas Pardon (ANB)

* “Elk kilometerhok is daarbij 1km² groot en elk hok waarin de soort werd waargenomen wordt gezien als …”

Sterke toename van nesten Aziatische hoornaar

De Aziatische hoornaar (Vespa velutina nigrithorax)is afkomstig uit China en vormt een bedreiging voor honingbijen en inheemse bestuivers. Het eerste nest is in Vlaanderen waargenomen in 2017.  Sindsdien is de soort in aantal en verspreiding sterk uitgebreid. Het aantal nesten verdubbelde jaarlijks. Dit jaar zijn er reeds meer dan 770 nesten gemeld op vespawatch.be. De meeste daarvan worden gemeld in West-Vlaanderen (257), Oost-Vlaanderen (230) en Vlaams-Brabant (206). Deze verdeling over de provincies illustreert de oostwaartse invasie. Het merendeel van de gemelde nesten worden succesvol bestreden. Er zal echter steeds een deel van de nesten ongedetecteerd blijven. Je kan live de bestrijding volgen op het Vespa-Watch dashboard(opent nieuw venster).

Aantal nesten Aziatische hoornaar gemeld op vespawatch.be 2017-2022 Bron: vespawatch.be

Waar kan ik nesten melden? 

Op de website vespawatch.be(opent nieuw venster) kan je nog steeds Aziatische hoornaars en hun nesten melden. De waarnemingen worden gevalideerd door de iNaturalist gemeenschap. Als het effectief om Aziatische hoornaar gaat, dan wordt er een opsporingsactie naar het nest opgestart door lokale vrijwilligers (de Vespawatchers). Coördinatie van de bestrijding gebeurt door het Vlaams Bijeninstituut (VBI). De verschillende stappen van melding, nestopsporing tot verdelging worden geïllustreerd in dit filmpje(opent nieuw venster)

Tot wanneer mag ik nesten melden?

De Aziatische hoornaar heeft een lang vliegseizoen. Pas in de herfst beginnen de (nieuwe) koninginnen uit te vliegen op zoek naar een overwinteringsplek. Zolang ze niet zijn uitgevlogen, is de bestrijding van nesten nuttig. Het is altijd aangeraden om nesten te melden, want zelfs verlaten nesten leren ons veel over de verspreiding en de populatiedynamiek van de soort. Onderzoekers kunnen hiermee de effectiviteit van het beheer bepalen. Ook in de winter is het dus zeer nuttig om mogelijke nesten van de Aziatische hoornaar te melden op vespawatch.be. Deze nesten zullen echter niet worden verwijderd gezien er geen hoornaars meer op aanwezig zijn.

Bron: Honeybee Valley

 

Hoe spot ik een nazomernest? 

De grote nazomernesten bevinden zich in de top van hoge bomen, net onder de kruin, en kunnen een diameter bereiken tot 1m. Ze zijn ovaal- of peervormig en hebben een bruine kleur. In de zomer zijn ze verscholen in een dicht bladerdak, maar éénmaal de bladeren beginnen te vallen kan je er niet naast kijken. Meld een mogelijke waarneming van een nest steeds op vespawatch.be(opent nieuw venster)

Ik wil graag helpen

Zie je het zitten om mee nesten te gaan opsporen? Graag! Op deze pagina (opent nieuw venster)kan je alle info terugvinden om als vrijwilliger mee te helpen. Actieve haarden, plaatsen met veel waarnemingen van Aziatische hoornaar waar vermoedelijk een nest zit, kunnen steeds geraadpleegd worden via deze link(opent nieuw venster).  

Auteurs: Jasmijn Hillaert (INBO) en Tim Adriaens (INBO)

Contactdag Vlaamse Werkgroep Invasieve, Uitheemse soorten

Op vrijdag 9 september 2022 ontmoetten terreinbeheerders, onderzoekers, experten… uit Vlaanderen en Nederland elkaar om het te hebben over -u mag eens raden- invasieve, uitheemse soorten. Het mocht dan wel een regenachtige dag zijn en het einde van de week, maar het werd vooral een superboeiende dag met gelijkgezinden.

Praktijkdag IUS Leopoldskazerne 31 mei 2017

Bedoeling van de werkgroep is om kennis te delen en te absorberen. Om het netwerk te verstevigen. Om te horen waar men op het terrein zoal mee bezig is (en waarmee niet). 

De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) ontving ons in het Biercentrum de Lambiek in Beersel. Op het programma stonden presentaties en discussiemomenten over de nieuwe soorten op de Unielijst, digitalisering via waarnemingen.be(opent nieuw venster) en het nieuwe RIPARIAS(opent nieuw venster) early warning platform,  het herstel van kustduinen(opent nieuw venster), bioveiligheid(opent nieuw venster) bij waterloopbeheer, en bestrijding van de beruchte invasieve duizendknopen... Een goed gevulde agenda dus. Een groep van 30 geëngageerde mensen was aanwezig om te luisteren naar de sprekers, maar vooral ook om met elkaar in discussie te gaan over wat er kan verbeteren op het terrein.

In de namiddag werden de botten aangetrokken om te gaan kijken naar het aangrenzende terrein waar Japanse duizendknoop grotendeels werd afgegraven. De resterende haarden langs de oevers worden door de provincie Vlaams-Brabant verder gemonitord. En ze hebben er nog wel even hun handen mee vol, maar welke terreinbeheerder niet? Do’s en don’ts worden opgelijst, valkuilen meegegeven… De deelnemers kijken tevreden terug. 

Om de kennis ook met jullie te delen, zijn alle presentaties ter beschikking gesteld op de website van ExotenNet (https://exotennet.be/events/werkgroep-invasieve-uitheemse-soorten-op-9-september-2022-beersel/(opent nieuw venster) ).  We kijken alvast uit naar de volgende editie. Wil je graag meer weten? Neem gerust contact op met anke.stefens@oost-vlaanderen.be 

Auteurs: Anke Stefens (RATO vzw) en Bram D’hondt (INBO)

Contacteer de redactie

Stuur jouw vragen, opmerkingen of cases door aan de redactie:

RATO vzw

Tel. 09 267 87 43

exoten@oost-vlaanderen.be  

Gouvernemenstraat 1, 900 Gent

Raadpleeg de websites van de redactieleden voor meer info: