/Milieu en Genetica, twee zijden van dezelfde natuurbeheermedaille
Milieu en Genetica, twee zijden van dezelfde natuurbeheermedaille
De aanwezigheid van een soort in een gebied is een samenspel van milieufactoren en specifieke soortkenmerken. Maar een soort is geen passieve
speler: door evolutionaire processen kan een soort zich (genetisch) aanpassen aan veranderende omstandigheden. Ondanks dit samenspel van milieu en genetica, is de grootste aandacht van natuurbeheer traditioneel gericht op de milieukant, vaak specifiek op het herstel van habitatkwaliteit. In dit artikel wordt aan de hand van een studie van de Blauwe knoop (Succisa pratensis) nagegaan in welke mate milieuomstandigheden enerzijds en genetische factoren anderzijds bepalend zijn voor het succes van natuurlijke populaties.
Waarom zijn veel soorten niet ‘fit’ genoeg om zich in herstelde gebieden uit te breiden? Waarom zijn veel soorten niet meer in staat herstelde gebieden te (her)koloniseren? Het antwoord kan aan de genetische kant van fitness liggen: als een soort door versnippering en verslechterde
habitatkwaliteit generaties lang in kleine populaties heeft geleefd, dan is het goed mogelijk dat de fitness van individuen niet alleen door een lage habitatkwaliteit, maar ook door genetische drift, inteelt en gebrek aan genetische uitwisseling met andere populaties is aangetast.
Uiteindelijk blijken bij blauwe knoop habitatkwaliteit en genetische variatie ongeveer gelijk bij te dragen aan het verlies van fitness en is er bovendien een duidelijke relatie tussen beiden