Comment estimer la lumière dans le sousbois forestier à partir des caractéristiques dendrométriques des peuplements?

Dit artikel onderzoekt of de hoeveelheid licht in de onderetage kan gemeten worden a.d.h.v. van dendrometrische relaties. Zo is het bestandsgrondvlak G (in m²/ha) een significante factor, althans in geval van homogene, gelijkjarige en gelijkvormige bestanden. G vertoont immers een goede relatie met de dichtheid van bladeren in het kronendak, en bijgevolg kan een (gemiddelde) waarde afgeleid worden voor het licht dat de bodem bereikt. Ook kan de beheerder zo vlug inschatten hoeveel meer licht hij in het bos verkrijgt door een bepaald deel van het grondvlak weg te halen bij een dunning. In heterogene bestanden is het echter onzinnig om te werken met dergelijke waarden op bestandsniveau, aangezien de ruimtelijke variatie in lichtinval veel groter is. Mogelijkheden tot berekening zijn hier te zoeken in statische modellen of grondscanners (LIDAR), die echter nog in volle onderzoeksfase zitten.