Kap en verjonging in het Nederlandse bos

Dit artikel biedt een analyse van het Nederlandse bosbeheer inzake eindkap en verjonging. Op basis van een uitgebreide steekproef werd gevonden dat in ruwweg 30 jaar tijd slechts 22% van de onderzochte bosoppervlakte werd verjongd. De onderzochte bossen kwamen ten tijde van de Vierde Bosstatistiek (zo'n dertig jaar geleden) reeds in aanmerking voor eindkap. Bijgevolg is in minder dan 10 jaar de voorraad bomen die dikker zijn dan de vooropgestelde doeldiameters (de auteurs stellen voor: grove den 45 cm, berk en lariks 50 cm, al de rest 60 cm) verdubbeld is van 4% tot 8% van de totale voorraad. Er is weinig aan de kap van groepen en vlaktes gedaan en er zijn dus niet veel vlaktegewijze verjongingen te bewonderen. Waar dat wel het geval was, worden volgende, gemiddelde dichtheden van zaailingen gevonden: voormalig grove dennenbos zo'n 4.000 jonge boompjes per hectare en in voormalig douglasbos tot gemddeld 7.000 stuks per hectare. In vergelijking met verjonging onder scherm vindt de auteur een lagere dichtheid in alle types bos en een veschil in soortensamenstelling.