Dat de essenziekte de bosbouwkundige mogelijkheden van deze soort drastisch vermindert, hebben we ondertussen al wel gesnapt. Duitse collega's geven in 'AFZ Der Wald' een aantal richtlijnen mee voor beheerders.
Een greep uit deze lijst:
* een klein % van de essen blijkt weinig gevoelig te zijn
* zaadoogst is af te raden
* gezonde, jonge essen bespuiten met fungiciden is zinloos
* zieke delen wegsnoeien heeft evenmin nut
* bijmengen met andere soorten is de boodschap
* hameren in de zomer om ziektebeelden beter waar te nemen
* sterk zieke essen wegnemen, de vraag blijft of matig zieke essen recupereren/positief reageren op vrijstelling
* achterblijven tak- en kroonhout van gevelde, zieke essen vormt geen extra infectiegevaar
* ten einde waardevermindering van kaprijpe of bijna kaprijpe essen door infectie, tijdig oogsten
* essen die in de zomer >70% kroonverlies vertonen, moeten dringend (eerstkomende winter) weggenomen worden)
* geveld stamhout kan niet geïnfecteerd worden
SAMENGEVAT: steek weinig moeite in verpleging van jongere essenopstanden en leg de focus op het vermijden van (verdere) waardevermindering van stamhout door tijdig te kappen. Bij dunningen aandacht vestigen op bevoordelen van de potentieel resistentere individuen, om mogelijkerwijs gaandeweg de genetische samenstelling van de essenpopulatie te verbeteren.