Hilfen zur Beurteilung von Forstpflanzen aus Forstbaumschulen (beuk en douglas)

Trainers van de Bayerischen Forstverwaltung hebben in nauwe samenwerking met de technische universiteit van München criteria opgesteld voor de kwaliteitsbeoordeling van douglas en beuk bosplantsoen bij oplevering. * plantgrootte: onder het motto "zo klein als mogelijk, zo groot als nodig". Vandaag wordt het meest 1+0, 2+0 of 1+1 plantsoen aangewend. * kwaliteit van de bovengrondse scheut: geen grote knik/kromming; geen beschadigingen door het uitrijden, opslag of transport; stevig verhout; geen schimmel; het grootste deel knoppen zijn gezond en gesloten; de eindknop moet fors en gezond zijn; geen gebrekverschijnselen (verkleuring blad) * kwaliteit van de wortel: goede massaverhouding ondergronds deel - bovengronds tussen 1:2 en 1:4; voldoende fijne haarwortels; voldoende lange wortelscheut; geen L- of J-knik in de wortels; beschadigingen van max 4mm diameter; frisse toestand, niet uitgedroogd; goede verhouding wortelhalsdikte - lengte plant (soortafhankelijk) Voor tweejarig (liefst 2+0) beuk plantsoen specifiek zijn volgende regels van toepassing: * een wortelhalsdiameter (WHD) van min. 6mm vereist voor 30 - 50cm en min. 8mm voor 50 - 80cm lengte (gelijkaardige waarden voor 1+1 en 1+2) * H/D-verhouding tussen 50:1 en 80:1 voor 30-50cm en tussen 60:1 en 100:1 voor 50-80cm * geen J- of L-vormige wortels * vrij van wonden, ziekteverwekkers en aantasters * wortelsnoeiwonden max 4mm diameter