Onderzoek naar verschillen in aantasting door Chalara fraxinea ('essentaksterfte') in Nederlandse essenselecties - verslag van de waarnemingen en bevindingen over 2012

In 2012 zijn opnames uitgevoerd in essenproefvelden van het CGN en zaadgaarden van het Staatsbosbeheer naar de mate waarin de daar aanwezige essen inmiddels zijn aangetast door essentaksterfte, veroorzaakt door de schimmel Chalara fraxinea. Doel van dit onderzoek was om een indruk te krijgen van genetisch bepaalde verschillen in mogelijk resistentie/tolerantie voor deze ziekte. Het blijkt dat er binnen het bestaande sortiment aan zowel handelsklonen als klonen die niet zijn uitgegeven een zeer brede range van gevoeligheid en/of aantasting aanwezig is die uiteenloopt van nagenoeg 0 tot 100 op een schaal 0-100. Hierbij treden soms opmerkelijke verschillen naar voren tussen de gevoeligheid voor bladaantasting en twijgsterfte, wat deels zou kunnen worden verklaard vanuit het beschermingsmechanisme ('avoidance') van de boom. Aangezien de ziekte in Nederland pas in 2010 is vastgesteld en zich naar verwachting nog verder zal ontwikkelen kan pas een harde uitspraak worden gedaan over het absolute resistentieniveau na onderzoek d.m.v. kunstmatige inoculatie. Een aantal handelsklonen profileerden zich in 2012 reeds als bovengemiddeld qua resistentie. Geknotte of sterk gesnoeide bomen zijn significant gevoeliger voor bladaantasting en twijgsterfte dan niet gesnoeide bomen.