Op 21 december 2015 stelde minister Schauvliege het soortenbeschermingsprogramma voor de kwartelkoning vast. Een soortenbeschermingsprogramma wordt door de minister vastgesteld en heeft een looptijd van 5 jaar. Daarna kan het op basis van een evaluatie worden verdergezet, al dan niet met de nodige aanpassingen. Een vastgesteld soortenbeschermingsprogramma is dus een officieel document en niet vrijblijvend. De gemaakte afspraken binnen zo’n programma zijn beslist beleid en dus bindend.
De kwartelkoning is een vogelsoort die een voorkeur heeft voor kruidenrijke hooilanden in rivier- en beekvalleien. Broedgevallen in akkergebieden zijn niet uitzonderlijk, met wintertarwe en luzerne als meest geprefereerde gewassen. Door hun habitatvoorkeur had de kwartelkoning sterk te lijden onder de intensivering en mechanisering van de landbouw. De aantallen in West-Europa zijn dan ook sterk teruggevallen. Enkel in zones met specifieke beschermingsmaatregelen of bij het voorkomen van tijdelijk gunstige omstandigheden voor de soort komt de soort er nog voor. Veelal blijft ook hier het broedsucces echter zeer laag, hoofdzakelijk doordat zowel nesten als jonge vogels worden uitgemaaid. Momenteel werden er in Vlaanderen nog geen overkoepelende maatregelen voor de soort genomen. De soort verkeert dan ook in een slechte staat van instandhouding: in de periode 2000-2012 varieerde her jaarlijkse aantal territoria in Vlaanderen tussen 0 en 20. Op basis van experimenten uit het buitenland (o.a. Nederland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk) blijkt dat een soortbeschermingsprogramma goede kansen op slagen heeft. Dit rapport beschrijft de diverse aspecten gerelateerd aan het nemen van beschermingsmaatregelen voor de soort.