Op 19 december 2016 stelde minister Schauvliege het soortenbeschermingsprogramma voor de knoflookpad vast. Een soortenbeschermingsprogramma wordt door de minister vastgesteld en heeft een looptijd van 5 jaar. Daarna kan het op basis van een evaluatie worden verdergezet, al dan niet met de nodige aanpassingen. Een vastgesteld soortenbeschermingsprogramma is dus een officieel document en niet vrijblijvend. De gemaakte afspraken binnen zo’n programma zijn beslist beleid en dus bindend.
De knoflookpad is een moeilijk waarneembare en tevens een zeer zeldzame amfibie in Vlaanderen. Deze pad houdt zich op in een zeer specifiek leefgebied bestaande uit een open, zandige bodem nabij voornamelijk (middel)grote, matig voedselrijke tot van nature voedselrijke waterpartijen.
Het SBP beoogt een toename van het verspreidingsgebied en het versterken van de bestaande populaties tot een minimum van 50 roepende mannetjes per populatie en 1 of meer voortplantingswateren. Daarnaast dient de kwaliteit van het leefgebied te worden verbeterd. Dit wordt aangepakt door het terugdringen van verzuring en eutrofiëring, het verwijderen van vis uit de voortplantingswateren, het in stand houden van stuifduinen of andere open zandige plekken met geringe begroeiing met poelen in de onmiddellijke omgeving en het opheffen van migratiebarrières onder meer door de aanleg van verbindingsgebieden. Daarnaast wordt er ingezet op onderzoek, kweek en uitzet, monitoring, communicatie en sensibilisering.
Concreet beoogt het plan onder meer de ontwikkeling van een extra oppervlakte leefgebied van 3-4 ha onder vorm van open poelen en droge heide waarvan 1 ha habitattype 2330 en dit bovenop de benodigde extra oppervlakte leefgebied voor grauwe kiekendief. Dit zal worden gerealiseerd door de uitvoering van een project dat werd ingediend als ‘investeringssubsidie natuur’ door de gemeente Peer in samenwerking met lokale landbouwers, de landbouworganisaties, de natuursector, de Watering de Dommelvallei, ANB en VLM en ondertussen ook goedgekeurd werd.
De beoogde duurzame populaties werden toegewezen aan vier Speciale Beschermingszones (SBZ-H’s). Binnen deze afbakening dienen de vooropgestelde doelen, zowel qua populatieaantallen als voldoende habitat en ecologische verbindingen, te worden behaald. Daarnaast ligt 25% van de Vlaamse populatie momenteel buiten SBZ-H (populatie Bomerhei in SBZ-V Peer).