Deze eenjarige plant heeft een verlengde en vertakte stam die tot 7 m lang kan worden. De takken zijn met kleine stekels bedekt en geven vaak een roodachtige indruk. De bladeren staan alternerend ingeplant en hebben een kenmerkende driehoekige vorm. De hoofdnerf van het blad draagt eveneens kleine stekels. De plant wordt gekenmerkt door een typisch schotelvormig schutblad dat de stam bij elke knoop omgeeft. Van september tot november draagt de plant metaalblauwe vruchten.