De Gewone en de Grijze grootoorvleermuis zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Daarom worden deze soorten samen behandeld. Het zijn middelgrote vleermuizen met een vleugelspanwijdte van 25 tot 30 cm. Het meest opvallende kenmerk zijn de grote oren (3 tot 4 cm). Tijdens de winterslaap plooien ze die onder hun vleugels zodat hierdoor enkel de lange spitse tragus te zien is. Ze hebben een duidelijk gezwollen, roze tot grijsbruine snuit. De rugvacht is grijsbruin tot lichtbruin; de buik lichtgrijs. Geluid: Grootoorvleermuizen vliegen uit kerkzolder (Heterodyne-opname op 29 Khz, Marc Van De Sijpe)
Your browser does not support the audio tag.