Leefgebied en trend
De aantallen van deze soort zijn tamelijk stabiel en schommelen rond 120-140 jaarlijks getelde broedparen. In 2017 werden zelfs 174 paren geteld en aangezien we niet van alle uit het verleden gekende broedlocaties recente cijfers ontvingen, wordt de totale Vlaamse populatie nu geschat op 150-200 paren. Het belangrijkste bolwerk van Geoorde Fuut in Vlaanderen is al een hele tijd gelegen in de compensatiegebieden voor de Antwerpse havenuitbreiding in de Waaslandhaven. Hoewel soms flinke schommelingen optreden, broeden er jaarlijks meerdere tientallen paren. Belangrijke gebieden zijn verder het Molsbroek te Lokeren, het Vinne te Zoutleeuw en de bezinkingsputten Van Tienen. Er worden echter broedparen genoteerd in alle provincies met eveneens kleine kernen aan de Westkust (ca. 20-25 paren), Middenkust (1-3 paren) en Oostkust (1-3 paren). Steeds minder Geoorde Futen broeden op heidevennen in de Antwerpse en Limburgse Kempen. Vaak wordt er wel aan nestbouw begonnen en/of overzomerd (bv. Stappersven in de Kalmthoutse Heide), zonder er evenwel te gaan broeden. Een voor de soort belangrijk gebied waar in grote aantallen werd overzomerd (en in lagere aantallen gebroed), de Hooge Maay te Ekeren, is ondertussen verdwenen ten gevolge van een sanering van het nabijgelegen stortterrein. Kleine aantallen komen ook voor in de nieuwe natuurontwikkeling in het kader van het Sigmaplan zoals bv. te Paardenweide (Berlare). Voorlopig worden in dergelijke gebieden slechts een handvol broedparen genoteerd, maar Geoorde Futen kunnen het zwaartepunt van hun verspreiding soms snel verleggen onder invloed van veranderende voedselsituaties in de oorspronkelijke broedgebieden. In Nederland telt men recent 410-540 paren en ook daar is duidelijk sprake van een verschuiving van het broedgebied in de richting van nieuw aangelegde natuurgebieden buiten de zandgronden.