Goudplevier

Pluvialis apricaria

De Goudplevier dankt zijn Nederlandse naam aan de geelbruine bovendelen (inclusief stuit en staart) in alle kleden. In zomerkleed heeft de soort een opvallend zwart gezicht, voorhals en buik, mooi afgezoomd door een witte band die van boven het oog langs de zijhals en over de flanken loopt. Bij juveniele vogels en vogels in winterkleed zijn het gezicht, borst en flanken geelbruin en is de buik wit. In de vlucht toont de bovenvleugel een witte vleugelstreep en zijn de ondervleugel en okselveren wit. Trekgroepen zijn compact met een zeer snelle vlucht.
De verspreiding beperkt zich hoofdzakelijk tot de Vlaamse poldergebieden tijdens de trek- en winterperiode.