Huiszwaluw

Delichon urbica

Leefgebied en trend

Net als in het geval van de Boerenzwaluw dateert de grootste afname van Huiszwaluw reeds van voor de jaren ’90 van de vorige eeuw. De soort was een algemeen beeld in dorpen en rond boerderijen en profiteerde er van de toen nog grotere voedselrijkdom in o.a. de landbouwgebieden. Sindsdien lijken de aantallen zich te stabiliseren op een lager niveau en toont ABV zelfs een weliswaar niet-significante toename sinds 2007. De soort aanvaardt aangeboden kunstnesten en kan op die manier lokaal gevrijwaard worden in geval van geplande renovaties aan gebouwen met bestaande kolonies. Een actieve rol is hierbij weggelegd voor vrijwilligers die de bestaande kolonies monitoren en tijdig problemen kunnen signaleren. Het tellen van de bezette Huiszwaluw-nesten gebeurt best niet al te vroeg in het seizoen aangezien de laatste trekvogels soms pas in de loop van juni terugkeren naar de broedplaatsen. In Nederland wordt de totale populatie op 70.000-100.000 paren geschat in de periode 2013-2015. Er is sprake van een licht herstel sinds de eeuwwisseling, vooral in het noordoosten van het land.