Natuurbeheerders wensen de graslandbiodiversiteit te behouden of uit te breiden. Hiervoor is echter een graslandbeheer nodig dat meestal uit begrazen of maaien met afvoer bestaat. Doorgaans gebeurt dit maaien één of meerdere keren per jaar, eigenlijk een zeer ingrijpende gebeurtenis voor planten en dieren. Naast de keuze van de machine en de manier van werken is zeker ook het maaitijdstip van doorslaggevend belang. Hierbij moet de beoogde natuurwaarde (fauna, flora, landschap) afgewogen worden tot de praktijk van het beheer en de bruikbaarheid van het maaisel voor veevoeder of andere producten.