Paddenstoelen en zwammen die met (de vorming van) adventiefwortels geassocieerd zijn

Met name in plakoksels van beuken die door de goudvliesbundelzwam (Pholiota aurivella), de dunne weerschijnzwam (Inonotus cuticularis) of de schubbige oesterzwam (Pleurotus dryinus) ingerot en ondermijnd zijn, treedt regelmatig adventiefwortelvorming op. Dat is ook het geval aan de stamvoet van andere loofbomen, die door honingzwammen (Armillaria) of andere zwammen gekoloniseerd zijn en op en onder maaiveld zijn aangetast.

Daarnaast kan men in plakoksels van beuken en aan de stamvoet van bomen die aangetast zijn door honingzwammen (tevens) rhizomorfen aantreffen. Adventiefwortels kunnen van rhizomorfen van honingzwammen worden onderscheiden door ze door te breken. Rhizomorfen bevatten een kern van wittige hyfen omgeven door een dun zwart melaninelaagje en breken gemakkelijk. Adventiefwortels zijn omgeven door grijzig bruine schors en zijn taai en gelig van binnen.

Adventiefwortels en mycorrhiza

In verbinding met rondom de stamvoet ontwikkelde adventiefwortels kan men ectomycorrhiza-pioniersymbionten aantreffen, die een indicatie kunnen vormen voor de instabiliteit en het mogelijke windworpgevaar van de boom (zie ook de casus over de tijdens een zomerstorm omgewaaide populieren).

vruchtlichamen van rodekoolzwam (Laccaria amethystina) (Gerrit Jan Keizer)
beukenzaailingen die kiemen aan de stamvoet en die door de moederboom van suikers voorzien worden via adventiefwortels gekoloniseerd met ectomycorrhiza's van rodekoolzwam (Gerrit Jan Keizer)
beukenzaailingen die in verbinding staan met een adventiefwortel vanuit de stamvoet, die door schimmelmantels van rodekoolzwam is omgeven (Gerrit Jan Keizer)