Introductie
Beste lezer,
Voor u ligt de tweede editie van de nieuwsflash ExotenNet. Het doel is om u te informeren rond uitheemse, invasieve soorten en over het beleid en beheer ervan. Aan de hand van praktijkvoorbeelden, succesverhalen maar ook minder succesvolle veldacties, nieuwe wetgeving en soortherkenning hopen we een meerwaarde te bieden aan de lezer.
Op de website van Ecopedia kan je terecht voor het bekend maken van je eigen cases en ook bij de redactie kan je een bericht nalaten. We wensen u veel leesplezier.
Inhoud
- Introductie
- Een uitbreiding van de Europese lijst van invasieve, uitheemse soorten
- Naar een gestroomlijnd beheer voor de Aziatische hoornaar in Vlaanderen
- Invasieve, uitheemse soorten op het menu!
- Eerste ervaringen met uitheemse moerasschildpadden
- Cabomba of waterwaaier beheersen wordt een hele uitdaging!
- Gespot! Even voorstellen, de Gewone Gunnera en Trosbosbes
- Invasivesnet
- Snel inschrijven: workshop beheer Unielijst exoten 19 december 2018
- Save the date: Opleiding Japanse duizendknoop
- Contactgegevens redactie
Een uitbreiding van de Europese lijst van invasieve, uitheemse soorten?
Europa heeft het proces voor de tweede uitbreiding van de Europese lijst van invasieve, uitheemse soorten (kortweg de ‘Unielijst’ of ‘Europese lijst’) hervat. De soorten die op de Unielijst staan, zijn de soorten waarvoor de bepalingen gelden van verordening EU nr. 1143/2014. Deze uitbreiding werd in 2017 opgestart, maar was op vraag van de lidstaten tijdelijk opgeschort.
Voor de uitbreiding zijn 20 soorten voorgesteld. Voor elk van deze soorten is op initiatief van een Europese lidstaat of de Europese Commissie een uitgebreid risico-onderzoek gebeurd.
ONGEWERVELDEN |
Arthurdendyus triangulatus |
(een platworm) |
VISSEN |
Lepomis gibbosus |
zonnebaars |
VISSEN |
Plotosus lineatus |
gestreepte koraalmeerval |
VOGELS |
Acridotheres tristis |
treurmaina |
ZOOGDIEREN |
Neovison vison |
Amerikaanse nerts |
ZOOGDIEREN |
Trichosurus vulpecula |
voskoesoe |
WATERPLANTEN |
Gymnocoronis spilanthoides |
smalle theeplant |
WATERPLANTEN |
Pistia stratiotes |
watersla |
WATERPLANTEN |
Salvinia molesta |
grote vlotvaren |
LANDPLANTEN |
Acacia saligna |
wilgacacia |
LANDPLANTEN |
Ailanthus altissima |
hemelboom |
LANDPLANTEN |
Andropogon virginicus |
Amerikaans bezemgras |
LANDPLANTEN |
Cardiospermum grandiflorum |
ballonrank |
LANDPLANTEN |
Cortaderia jubata |
hoog pampagras |
LANDPLANTEN |
Ehrharta calycina |
roze rimpelgras |
LANDPLANTEN |
Humulus scandens |
oosterse hop |
LANDPLANTEN |
Lespedeza cuneata |
Chinese struikklaver |
LANDPLANTEN |
Lygodium japonicum |
Japanse klimvaren |
LANDPLANTEN |
Prosopis juliflora |
mesquite |
LANDPLANTEN |
Triadica sebifera |
talgboom |
Op 14 december zal het Europees Comité voor de Invasieve Uitheemse Soorten deze soorten bespreken. Vervolgens wordt in het voorjaar van 2019 over de uitbreiding gestemd. Indien een gekwalificeerde meerderheid wordt behaald, is de uitbreiding een feit. De maatregelen van de verordening zullen dan kort nadien ingaan.
Belanghebbenden hebben inspraak in dit beslissingsproces. Opmerkingen kunnen worden overgemaakt aan de Europese Commissie of, voor Vlaanderen, aan het Agentschap voor Natuur en Bos (bram.dhondt@vlaanderen.be).
Auteur: Bram D’hondt
Naar een gestroomlijnd beheer voor de Aziatische hoornaar in Vlaanderen
De Aziatische hoornaar is een invasieve wespensoort die in 2016 voor het eerst gezien werd in België. De hoornaar met de gele pootjes is afkomstig uit zuidoost-China en werd rond 2004 via een scheepsvracht in Bordeaux ingevoerd. Doordat bevruchte koninginnen lange afstanden kunnen afleggen, wist de soort zich in snel tempo te verspreiden naar de buurlanden. De Aziatische hoornaar jaagt op kleine insecten zoals vliegen, wespen en bijen, waaronder honingbijen. Ze vormt daarmee een bedreiging voor de biodiversiteit en voor de imkerij in het bijzonder.
In 2018 kwam de invasie van de Aziatische hoornaar bij ons in een stroomversnelling terecht. Waarnemingen beperkten zich voordien tot het zuiden van West- en Oost-Vlaanderen. In de zomer werd de Aziatische hoornaar voor de eerste keer waargenomen in de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant. Tegen november 2018 werden door de brandweer al 30 nesten verdelgd. Op basis van meer dan 100 waarnemingen zijn er nog minstens 42 nesten niet gevonden in Vlaanderen.
Met financiële steun van de Vlaamse overheid kwam in juni het Citizen Science project Vespa-Watch tot stand als een samenwerking tussen Honeybee Valley (UGent) en het INBO. Vespa-Watch schakelt de hulp van burgers, imkers, scholen en natuurliefhebbers in om de invasie van de Aziatische hoornaar in kaart te brengen. Het project test ook nieuwe technologie uit in de strijd tegen de hoornaar. Er werd een taskforce opgericht waarin met ANB, Natuurpunt, kenniscentra van de imkerij en de brandweer om een aangepast beheer voor de komende jaren te ontwikkelen.
Wespen uitroeien is met de huidige technologie wellicht weinig realistisch. Via gericht beheer kan wel de impact van Aziatische hoornaar gemilderd worden. Hiervoor dienen situaties zoals in Frankrijk met dichtheden tot 12 nesten/km2 voorkomen te worden. Geen eenvoudige klus in een dichtbevolkte Vlaanderen met veel honingbijen in het landschap. De sleutel tot succesvol beheer is een actief surveillance netwerk met daaraan gekoppeld efficiënte verdelging van nesten door de brandweer. Vooral het opsporen van nesten is voorlopig erg manueel en een tijdrovend werkje.
Vespa-Watch zet in op bewustmaking. Het project wil iedereen leren hoe de soort te herkennen en de mogelijkheid bieden om waarnemingen te melden. Belangrijk hierbij is de aandacht voor bescherming van inheemse insecten die lijken op de Aziatische hoornaar, zoals de Europese hoornaar, wespen, bijen en enkele vliegensoorten. Een belangrijke spin-off is dat deze soorten niet meer standaard verdelgd worden. Een interactieve verspreidingskaart moet burgers en instanties helpen om sneller nesten op te sporen en het beheer van Aziatische hoornaren te registreren, coördineren en evalueren. Dit zal verlopen via het online portaal van Vespa-Watch .
Auteur: Karel Schoonvaere, Honeybee Valley - Ghent University
Invasieve, uitheemse soorten op het menu!
Toen Rotor werd gevraagd om een kunstproject uit te werken voor Triënnale Brugge 2018, werd hun aandacht getrokken door de grote aanwezigheid van Chinese wolhandkrab in de Brugse wateren. Naast een tentoonstelling volledig gewijd aan deze soort, wilden ze de bezoeker ook via andere zintuigen laten kennismaken met de krab. Van daaruit is de idee ontsproten om een pop-up-restaurant in te richten op het strand van Zeebrugge voor Beaufort 2018, waar niet alleen de Chinese wolhandkrab maar ook nog een selectie van 19 andere invasieve soorten gedegusteerd konden worden.
Bedoeling was het thema bespreekbaar te maken aan een grote ronde tafel met 20 gasten, terwijl een chef, live de invasieve ingrediënten bereide. Gedurende 6 maanden werden 6 degustatie sessies georganiseerd met 6 verschillende topchefs. De selectie van de 20 invasieve soorten werd gemaakt op basis van eetbaarheid en beschikbaarheid in deze periode. Hiervoor raadpleegden we verschillende kenners, o.a. Geert Heyneman. Over elk van deze invasieve soorten maakten we een fiche met een illustratie en info over de herkomst, de invasiviteit en gevolgen hiervan, en de eetbaarheid. Deze fiches hingen in de vorm van ‘tags’ bij elke zitplaats aan de tafel zodat bezoekers deze konden lezen. Ook was er bij elke sessie een expert die uitleg gaf over de invasieve ingrediënten.
De chefs slaagden erin om pareltjes van gerechten voor te schotelen. Zo werd een bouillon van Chinese wolhandkrab gecombineerd met koffie tot een verrassend lekker sausje, en was er een gazpacho van Japanse duizendknoop met koolrabi en Ginderella. Gezien het exclusieve karakter van het event was het publiek over het algemeen sterk geïnteresseerd in het thema. De chefs vonden het veelal een inspirerende en uitdagende opdracht. Een aantal van de ingrediënten waren hen welbekend, anderen waren een ontdekking.
Zoals we op het infopaneel bij de degustatieruimte mee gaven, zijn we ervan bewust dat het idee om invasieve soorten uit te roeien door ze op te eten illusoir is. Er kan een drempel zijn om bepaalde invasieve soorten gekend en geliefd te maken bij koks en consumenten. Maar eens geliefd zal men graag het aanbod in stand willen houden i.p.v. de soort uit te roeien. Anderzijds treffen overheidsinstanties voor een aantal soorten beheermaatregelen. Zo zijn er soms massale vangsten van bv. Chinese wolhandkrab of Canadese gans. Hier rijst de vraag zowel bij betrokkenen als externen of er geen valorisatie kan gebeuren van deze ‘grondstoffen’, anders als afval bestempeld. Om er in dit geval dan toch een commercieel succesvol voedselproduct van te maken kunnen er echter nog enkele hinderpalen zijn: voedselveiligheid (o.a. afhankelijk van groeiplaats/leefgebied), onvoorspelbaarheid over beschikbaarheid en kwaliteit, en wetgeving (indien de soort op de lijst van voor de EU zorgwekkende, invasieve soorten staat, is commercieel gebruik verboden en is een afwijking hiervan enkel onder strikte voorwaarden mogelijk).
Meer weten? Surf dan naar: Rotor Chinese Wolhandkrab(opent nieuw venster)
Auteur: Céline Ghyselen, projectmedewerker bij Rotor voor Triënnale Brugge 2018 en Beaufort 2018.
--------------
Noot vanwege de redactie: De consumptie van wolhandkrab (zoals deze is georganiseerd, met opkweek en transport van levende krabben) is in regel onwettig. Daar is een goede reden voor: uit wereldwijde praktijkvoorbeelden is bekend dat consumptie-als-beheersmaatregel een invasie net zo vaak verergert als verhindert. Het ANB heeft het initiatief van Rotor gedoogd (vergund), omdat het hier een heel laag aantal betrof (<50 stuks), en het project een sensibiliserend luik had. De geconsumeerde krabben zijn geïmporteerd uit Nederland. Ondertussen is het ANB de vraag tot verhandeling van in Vlaanderen gevangen wolhandkrabben te vermarkten mogelijk is. Hiervoor zijn tal van gesprekken gaande tussen ANB, VMM en marktspelers. Er is alvast een opening gecreëerd. Geïnteresseerde waterbeheerders kunnen bij Bram D’Hondt (ANB) gerust de stand-van-zaken opvragen.
Vangen van uitheemse moerasschildpadden in Oost-Vlaanderen: eerste ervaringen
Vangen van uitheemse moerasschildpadden in Oost-Vlaanderen: eerste ervaringen:
In het voorjaar van 2017 startte het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek (Provincie Oost-Vlaanderen) in samenwerking met RATO vzw enkele proefprojecten op voor het wegvangen van uitheemse moerasschildpadden en dit op verschillende locaties binnen de provincie Oost-Vlaanderen. Op basis van bestaande databases (waaronder www.waarnemingen.be(opent nieuw venster) ), die werden aangevuld met eigen waarnemingen, werden een drietal geschikte locaties uitgezocht waar de proefvangsten konden plaatsvinden. Het betrof locaties die gemakkelijk toegankelijk waren en waar reeds frequent een melding over was binnengekomen. Het ging hierbij voornamelijk om bufferbekkens of waterlopen in beheer van de provincie en tevens vijvers gelegen binnen provinciale domeinen. In de literatuur bestempelen wetenschappers schildpadvallen (foto 1) vaak als efficiënt voor het vangen van deze schildpadden en geven ze aan dat met dit materiaal de kans op bijvangst (bv. vissen) relatief klein of zelfs onbestaande is.
Een eerste testcase was het bufferbekken van Mullem (Oudenaarde). Er werden drie types schildpadvallen geplaatst. Deze werden twee keer per week gecontroleerd op aanwezigheid van schildpadden. De schildpadvallen werden zes weken geplaatst en in totaal werden hiermee 5 schildpadden gevangen. Tijdens het plaatsen van de kooien werden er ook camera’s op de vallen gemonteerd om na te gaan of er wel degelijk schildpadden op de val klauterden of niet. Er werd gebruik gemaakt van verschillende types: schildpadvallen met planken aan de rand, met een kantelsysteem (foto 1) en met een plank in het midden van de val. Bij sommige vallen werd gebruik gemaakt van lokaas zoals kattenvoer, bij andere werd er geen lokaas gebruikt.
Naast deze voorjaarsactie werden er ook in het najaar 2 acties uitgevoerd, éénmaal in de Gavers te Geraardsbergen en eenmaal op de oude Scheldemeander te Meilegem (Zwalm). Er werd telkens een combinatie van schietfuiken en schildpadvallen geplaatst, dit om na te gaan wat de hoogste efficiëntie opleverde. Bij het gebruik van de schietfuiken werden er zowel fuiken geplaatst waarbij het geleidingsnet volledig tot de bodem reikte, als fuiken waarbij het geleidingsnet gelijk met het wateroppervlak werd geplaatst. Dit om er zeker van te zijn dat schildpadden, die vaak aan het oppervlak zwemmen, richting de fuiken werden geleid. De schietfuiken bleven 24u op locatie staan en werden nadien terug opgehaald. De schildpadvallen werden gedurende 1 week in het water geplaatst. In het provinciaal domein de Gavers werden er eerder in 2017 met behulp van schietfuiken 3 schildpadden bemonsterd. Tijdens het najaar van 2017 werd er geen enkele bemonsterd. In de oude Schelde meander te Meilegem werd 1 schildpad gevangen met behulp van een schietfuik.
Op basis van het onderzoek kan men stellen dat het vangstsucces voor de schildpadden eerder matig was. Het vangstsucces op basis van de schildpadvallen samen met de schietfuiken bleek, hoewel resultaat op te leveren, minder succesvol dan verhoopt op basis van enkele pilootexperimenten. Daar waar er eerder visuele observaties van schildpadden plaatsvonden, werden er ook schildpadden gevangen. In totaal betrof het slechts 3 locaties waar er uitgebreid getest werd. Daarnaast werden er op basis van de cameravallen ook schildpadden waargenomen op de rand van de vallen (foto 2). Men kan echter niets besluiten over de vangstefficiëntie aangezien er geen absolute aantallen gekend zijn van de aanwezige schildpadden. Het gebruik van schietfuiken wordt afgeraden aangezien er teveel bijvangst was en dit daarenboven vrij arbeidsintensief was. Op basis van de literatuur en persoonlijke mededelingen wordt echter aangegeven dat men de wegvangacties bij voorkeur in het voorjaar plant, gezien de dieren dan uit hun winterslaap ontwaken en op zoek gaan naar plekjes om te zonnen. Hierbij kunnen de schildpadvallen fungeren als plaats om te zonnen. Verder wordt het ook aangeraden om kip of aardappelen als lokaas te gebruiken. Tot slot wordt het aangeraden om de schildpadval gedurende langere tijd (meerdere weken) op één vast locatie te laten om het succes te verhogen. Gezien we hoofdzakelijk bemonsterd hebben in de zomer en het najaar en geen gebruik gemaakt hebben van bovenvermeld lokaas en de tijdspanne waarbinnen de val ter plaatse werd gelaten soms vrij kort was, kan dit mogelijks het lagere vangstsucces verklaren. Verder is het ook belangrijk dat er in de buurt van het plaatsen van de vangkooien weinig of geen natuurlijke plaatsen zijn (bv. boomstronken) waar de schildpadden kunnen zonnen, dit om de schildpadden gemakkelijker te lokken naar de vallen. We besluiten dat er een matig vangstsucces was, maar dat mits een aantal zaken in acht te nemen we betere resultaten kunnen behalen. In het voorjaar van 2019 zetten we onze acties verder.
Auteur: Pieter Boets, PCM, Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek
Cabomba of waterwaaier beheersen wordt een hele uitdaging!
Het Wallenhof Sint-Pauwels, de wal is de enige plaats in Oost-Vlaanderen waar de invasieve Cabomba caroliniana of Waterwaaier enkele jaren geleden werd gespot.
Deze plant komt voor in de Europese lijst van invasieve, uitheemse soorten en moet daarom verplicht verwijderd worden.
Bekijk hieronder beeldsequentie met het verloop van de aanpak
Voor : Bij het verwijderen van Waterwaaier is het belangrijk om verdere versnippering of verspreiding te voorkomen. Daarom werd op deze locatie gekozen voor een grondige ruiming van het slib.
Tijdens: Koen Van Roeyen was aanwezig tijdens de werkzaamheden en geeft ons een kort woordje uitleg.
Bekijk hier het Filmpje van de ruiming van Cabomba in Sint-Gillis-Waas (opent nieuw venster)
Najaar 2018 : Ondanks de droge zomer is de wal al na 2 weken terug helemaal vol grondwater gelopen. Later bleek dat er toch massaal hergroei plaats te vinden , dit ondanks de zorgvuldige uitvoering van de slibruiming en het feit dat er bij nazicht geen wortelfragmenten meer zichtbaar waren. Het viel op dat de hergroei vanuit het midden, in het diepste punt van de wal geconcentreerd was. Nazorg uitvoeren door middel van manueel uittrekken bleek al snel niet afdoend.
Het werd nog erger
Er wordt nu een plan gemaakt (in samenwerking met de gemeente, RATO vzw en de provincie Oost-Vlaanderen) om de wal opnieuw leeg te pompen en na het verwijderen van de zichtbare planten, de hele zone van 1000 m² lichtdicht af te sluiten. Met een lichtwerende antiworteldoek wordt de hele bodem of de wateroppervlakte voor minstens een volledig jaar toegedekt. Er wordt verwacht dat de plant zal afsterven door gebrek aan licht (fotosynthese). Daar er geen dikke wortels zijn, die reserve hebben en er geen zaad is. De doelstelling is om op deze manier de plant te trachten uit te roeien. Deze actie wordt uitgevoerd in het najaar 2018.
Wordt vervolgd...
Auteurs: Marc Marin en Koen Van Roeyen, Provincie Oost-Vlaanderen
Gespot! Even voorstellen
De Europese lijst van invasieve uitheemse soorten, kortweg de ‘Unielijst’ van verordening EU nr. 1143/2014 wordt steeds uitgebreider. Naar verwachting zullen er meer en meer soorten, waarmee terreinbeheerders in Vlaanderen minder vertrouwd zijn, aan de lijst worden toegevoegd. Om soorten snel te kunnen detecteren, moet je ze in de eerste plaats kennen. Daarom heeft de redactie de intentie om af en toe een minder bekende soort voor te stellen in deze nieuwsflash.
Trosbosbes, probleemsoort in wording ?
Everything’s bigger in America – zo ook de befaamde smakelijke “myrtilles” van de trosbosbes (ook wel blauwe bes genoemd) Vaccinium corymbosum, een Noord-Amerikaanse soort. Volgens de manual of alien plants, de bijbel der exotische planten in België, is de trosbosbes bij ons bekend sinds 1985. Toen werd ze op één enkele locatie ontdekt. De zaden waren er vermoedelijk via vogels terechtgekomen en de enkele struik die er stond deed het niet zo denderend. Sinds 2010 is een bescheiden explosie van waarnemingen op verschillende locaties in de Antwerpse en Limburgse Kempen merkbaar, grofweg boven de lijn Maastricht-Antwerpen. Vaak duikt de soort er op in kwetsbare natte heidegebieden, lichtrijke dennenbossen en natuurreservaten, zoals Averbode Bos en Heide, Hoge Bergen-Ekstergoor (in ANB reservaat, met grote verlaten plantage in de buurt), de Vallei van de Zijpbeek, de Vallei van de Zwarte beek, de bossen rond Ravels, de Kalmthoutse Heide,…
De trosbosbes is een decoratieve bessenstruik die makkelijk 2m hoog kan worden. Ze wordt ook vaak in siertuinen aangeplant en er zijn verschillende cultivars in de handel. De glanzende, ovaal groene bladeren kleuren in de herfst dieprood. De soort bloeit in de lente en de witroze bloemen vormen samengestelde trossen. In tegenstelling tot de inheemse blauwe bosbes Vaccinium myrtillus is het sap van de bessen kleurloos. Ze groeit in natte heiden, langs vennen, in hoogveen, in bossen en langs bosranden. Ze vermeerdert zich vegetatief door middel van uitlopers maar de grote bessen zijn erg smakelijk en worden ook door vogels verspreid.
In Nederland is trosbosbes aan het uitbreiden in heidegebieden (o.a. natuurreservaat De Peel en het Fochteloërveen). Ook in delen van Duitsland wordt ze als invasief beschouwd, al zou het daar om een kruising kunnen gaan met een andere soort. De aanwezigheid van de trosbosbes wordt beschouwd als een indicator voor een slechte kwaliteit van een aantal Natura 2000 habitats, zoals vochtige tot natte heide en aangetast hoogveen waar herstel nog mogelijk is. Vooral voor natte heides is er bezorgdheid. Dit is een erg zeldzaam vegetatietype dat vooral in de Kempen voorkomt, maar daarbuiten ook in kleine en verarmde relicten in de Vlaamse zandstreek. Door verdroging en verzuring zijn ze vaak al gedegradeerd naar soortenarme pijpenstrootjesvegetaties. Hierdoor moeten ze gemaaid of geplagd worden en moet er ook boomopslag verwijderd worden. Struikvegetaties van trosbosbes zijn een bijkomende vorm van opslag en vergen dus ook beheer.
Bij deze een warme oproep om verdachte bosbessenstruiken wat beter te bekijken en in te voeren op waarnemingen.be, en ook in meer westelijke heiderelicten in Vlaanderen (Stropersbos, Heidebos Wachtebeke, Brugse zandstreek) de ogen open te houden.
Auteur: Tim Adriaens (INBO)
Gewone Gunnera
De gewone gunnera (Gunnera tinctoria), in de handel ook wel bekend onder de naam reuzenrabarber, Chileense rabarber of mammoetblad, werd bij de vorige uitbreiding van de lijst toegevoegd. Aangezien ze wel eens werd aangeplant in Vlaamse tuinen, stellen we ze graag even voor.
Gewone gunnera is een spectaculaire vaste plant uit het Zuid-Amerikaanse Andesgebergte. Ze heeft grote (tot twee meter doorsnede) handvormig gelobde bladeren en wordt gemakkelijk twee meter hoog. De bladstelen zijn roodachtig. De bloeiwijze, een massieve kolf, die tot één meter hoog kan worden, is groen en verkleurt later naar roodbruin. De bladeren sterven af in de winter en de plant overwintert met wortelstokken. De soort is nauwelijks te onderscheiden van de Braziliaanse gunnera (Gunnera manicata), waarmee ze ook in de handel naar verluidt vaak verward wordt. Deze laatste heeft een vlakker blad met meer bladstekels en een langere, smallere bloeikolf. Beide soorten zijn eigenlijk helemaal niet verwant aan de rabarber waar we confituur van maken, die tot de duizenknoopfamilie behoort. Gunnera behoort tot een aparte familie maar heeft bladeren en een Nederlandse naam die goed op rabarber gelijken.
Gewone gunnera is gevestigd in Ierland, Frankrijk, de Azoren en in het Verenigd Koninkrijk. Vooral in Ierland, waar ze invasief is langs rivieroevers en op kliffen, wordt de invasie met argusogen bekeken. De plant vormt er grote monoculturen die de oorspronkelijke vegetatie vervangen en de natuurlijke successie beïnvloeden. Ze lijkt duidelijk in haar sas in gebieden met milde, natte winters en een hoge luchtvochtigheid, zoals de westkust van Ierland, waar door de invloed van de golfstroom weinig vorst optreedt. Hoewel ze voorlopig buiten Ierland en de Azoren weinig grote problemen veroorzaakt, voorspellen klimaatmodellen wel een uitbreiding naar andere Europese landen, waaronder België, Nederland en Denemarken. De planten leven lang, en het duurt 2-5 jaar vooraleer ze zaden vormen. Mocht ze ontsnappen uit tuinen in Vlaanderen, zal ze vermoedelijk in de buurt van bronpopulaties opduiken langs waterlopen, wegen of op ruderale terreinen. Jonge planten die nog geen zaad zetten kunnen echter effectief verwijderd worden door alle wortelstokken uit te graven.
Wie de gewone gunnera eens wil zien kan terecht in Pairi Daiza waar er enkele staan langs het meer.
Auteur: Tim Adriaens (INBO)
INVASIVESNET, een wereldwijd netwerk voor open kennis en data rond invasieve exoten
In een wereld waar invasieve, uitheemse soorten erkend zijn als een belangrijke driver van biodiversiteitsverlies, hebben onderzoekers en beheerders van vijf continenten een voorstel uitgewerkt om een internationale associatie voor open kennis en data rond invasieve exoten op te richten, INVASIVESNET(opent nieuw venster). Ondertussen werden de statuten van INVASIVESNET gepubliceerd, is de website online en werd de eerste board meeting gehouden op het VLIZ in Oostende. Organisaties en individuen kunnen nu lid worden van deze internationale associatie. Voor beheerders zijn vooral de netwerkmogelijkheden, de vrije toegang tot data en publicaties, alsook de mogelijkheid de communicatiekanalen van de associatie te gebruiken, nuttig.
INVASIVESNET wil een duurzaam netwerk worden met een grotere kennis en beter beheer van biologische invasies. Het netwerk linkt bestaande en nieuwe initiatieven van belangengroepen, internationale en nationale werkgroepen en initiatieven, individuele wetenschappers, databankbeheerders, thematische (open access) tijdschriften, milieuagentschappen, overheidsinstanties, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen, ngo’s, beheerders en bedrijven. Door het toenemend aantal beleidsinstrumenten is immers nood aan nog meer informatie-uitwisseling tussen wetenschappers, de praktijkgemeenschap rond invasieve exoten en het publiek.
Concreet wil INVASIVEsNET technische tools en een cyberinfrastructuur opzetten voor het verzamelen, beheren en verspreiden van data en informatie over invasieve exoten, een communicatiehub creëren en coördinatie en samenwerking promoten via het organiseren van internationale bijeenkomsten, workshops, onderwijs, opleiding en voorlichting. Ook het ondersteunen en promoten van citizen science rond invasieve exoten is een van de doelstellingen. INVASIVESNET wil een praktijkgemeenschap worden waarin iedereen de mogelijkheden krijgt om te netwerken, kennis te delen en bij te leren.
Ook in België wordt geprobeerd de praktijkgemeenschap in kaart te brengen. Dit kan door registratie op het Belgisch expertregister invasieve exoten. Hiermee kan je in contact komen met andere beheerders of kunnen onderzoeks- en beleidsinstellingen beheerders op de hoogte brengen van voor hen relevante initiatieven. Tijd om jouw gegevens toe te voegen of te updaten?
Auteur: Tim Adriaens ( INBO)
Snel inschrijven: workshop beheer Unielijst exoten 19 december 2018
Exotische kreeften en schildpadden overal wegvangen? Pestvrije zones installeren voor reuzenbalsemien en reuzenberenklauw? Struikaster beperken tot de kust? Nijlganzen massaal afvangen? Waar naartoe met verspreidbladige waterpest en grote waternavel? Benieuwd hoe het beheer in Wallonië wordt aangepakt?
Op 19 december 2018 organiseren we een workshop met beheerders en onderzoekers rond risicobeheer voor de Unielijst exoten. De bedoeling van deze dag is feedback van terreinbeheerders te verzamelen op voorstellen van beheerstrategieën voor de soorten van de Unielijst, als onderdeel van een gestructureerde, participatieve besluitvorming.
Budgetten voor exotenbeheer zijn vaak beperkt. Daarom zoeken beheerders naar haalbare en zinvolle beheermaatregelen, die wetenschappelijk onderbouwd zijn. Beslissingen over beheer dienen transparant te zijn en gedragen te worden door de terreinbeheerders. Risicobeheer vormt een gestructureerde evaluatie van mogelijke beheeropties via een inschatting van hun effectiviteit, praktische haalbaarheid, kostprijs, draagvlak, neveneffecten van beheer, dringendheid van beheer en de kans op nieuwe introducties.
Voor 43 soorten van de Unielijst werd de invasiegraad in België beschreven en werden beheerstrategieën opgesteld. Waar komen de soorten voor? In welke mate? Welke methodes zijn beschikbaar? Wat zou een zinvolle doelstelling kunnen zijn? De voorgestelde strategieën werden door meer dan 40 experten gescoord op hun haalbaarheid.
Tijdens de workshop leggen we jullie de resultaten van deze oefening voor, stellen we enkele innovatieve beheermethoden voor en discussiëren we in interactieve werkgroepen per soorten(groep) over de zin en onzin van beheer. De resultaten van de workshop zullen meegenomen worden in de besluitvorming rond het beheer van de Unielijst exoten van de EU Verordening.
De workshop wordt georganiseerd door INBO, DEMNA, het Belgisch Biodiversiteitsplatform en het Nationaal Secretariaat Invasieve Uitheemse Soorten. Ze zal doorgaan in Brussel (Consciencegebouw, vlakbij het station Brussel-Noord) op 19 december 2018, is gratis en staat open voor alle geïnteresseerde beheerders. Presentaties gaan door in het Nederlands en het Frans maar vertaling wordt voorzien. Schrijf snel in vóór 10 december via dit formulier(opent nieuw venster) want het aantal plaatsen is beperkt.
Auteur: Tim Adriaens (INBO)
Save the date: opleiding aanpak invasieve duizendknoop
In regio Olen op donderdag 9/05/2019 van 10:00 tot 16:00.
- Voormiddag: workshop duizendknoopbeheer: bespreking van ervaringen en mogelijke beheerpistes
- Namiddag : terreinbezoek aan aantal verschillende locaties met duizendknoopbeheer: zinvolle en minder zinvolle ingrepen
Meer details en inschrijven op Inverde.be(opent nieuw venster) kan vanaf januari 2019. Een samenwerking tussen ANB, INBO en Inverde.
Contactgegevens van de redactie
Stuur jouw vragen, opmerkingen of cases door aan de redactie:
RATO vzw
Tel. 09 267 87 43
Gouvernemenstraat 1, 900 Gent
Raadpleeg de websites van de redactieleden voor meer info:
- Agentschap Natuur en Bos (opent nieuw venster) (contact: Bram D’hondt)
- Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (opent nieuw venster) (contact: Tim Adriaens)
- Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek(opent nieuw venster) (Contact: Pieter Boets)
- Dienst Waterlopen van de Provincie Oost-Vlaanderen(opent nieuw venster) (Contact: Koen Van Roeyen)
- De Vlaamse Waterweg(opent nieuw venster) (contact: Piet Thys en Nathalie Devaere)
- Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen(opent nieuw venster) (contact: Anke Stefens)
- Ecopedia (Contact: Rollin Verlinde)