ExotenNet mei 2019

Beste lezer,

Voor u ligt de tweede editie van de nieuwsflash ExotenNet. Het doel is om u te informeren rond uitheemse, invasieve soorten en over het beleid en beheer ervan. Aan de hand van praktijkvoorbeelden, succesverhalen maar ook minder succesvolle veldacties, nieuwe wetgeving en soortherkenning hopen we een meerwaarde te bieden aan de lezer. Op de website van Ecopedia kan je terecht voor het bekend maken van je eigen cases en ook bij de redactie kan je een bericht nalaten. We wensen u veel leesplezier!

canadesegans.jpg
Invasieve uitheemse soorten verwijderen met trekpaarden stap 1 (Bosgroepen)
Westerse karmozijnbes, bessen (http://www.kuleuven-kulak.be/bioweb/)
workshop
Workshop beheer Unielijst exoten Brussel (Tim Adriaens, Inbo)

2. Beheeraanbevelingen voor de Unielijstsoorten

Zonder duidelijke doelstelling en een gedegen monitoring van de resultaten, hebben beheerprogramma’s voor invasieve exoten weinig kans op slagen. Beheerders, beleidsmakers en onderzoekers dienen daarom gedragen doelen overeen te komen. Dit was precies de bedoeling van de workshop met beheerders en onderzoekers rond beheer van de Unielijst exoten van 19 december 2018 georganiseerd door INBO(opent nieuw venster), DEMNA(opent nieuw venster), het Nationaal Secretariaat Invasieve Uitheemse Soorten en het Belgisch Biodiversiteitsplatform(opent nieuw venster).


Ze werd bijgewoond door 78 mensen waarvan meer dan de helft terreinbeheerders. Na een openingsspeech van INBO en de Europese Commissie werden doel en verloop van de workshop toegelicht. Vervolgens volgden de thematische sessies waarin de soorten bediscussieerd werden: waterplanten (8 soorten), landplanten (9 soorten), waterdieren (10 soorten) en landdieren (13 soorten). De workshop maakt deel uit van een gestructureerde, participatieve besluitvorming ter ondersteuning van de implementatie van de EU Verordening invasieve exoten. De resultaten kan je hier(opent nieuw venster) nalezen.

De Europese Verordening ter preventie en beheer van invasieve uitheemse soorten, verplicht lidstaten beheerdoelstellingen vast te leggen voor een set van invasieve exoten (de “Unielijst”). Budgetten voor exotenbeheer zijn echter beperkt. Beheer op het terrein moet haalbaar en zinvol zijn, en tegelijk wetenschappelijk onderbouwd. Beslissingen hierover dienen transparant genomen en moeten gedragen worden door de terreinbeheerders.

Vooraf werden door onderzoekers strategieën opgesteld voor uitroeiing en standstill, die op haalbaarheid gescoord werden. De workshop was opgebouwd rond de resultaten van deze inschatting, die gemaakt werd door 40 onderzoekers op basis van de laatste informatie over de invasie van de soorten in België. Deze gestructureerde evaluatie gebeurde op basis van meerdere criteria: effectiviteit, praktische haalbaarheid, kostprijs, draagvlak, neveneffecten van beheer, dringendheid van beheer en de kans op nieuwe introducties. De scores van deze inschatting werden aan de ervaringen van beheerders getoetst en na discussie werd voor elke soort een aanbeveling geformuleerd.

Uit de discussies blijkt alvast geen gebrek aan ambitie bij beheerders. Vaak schatten zij de haalbaarheid van beheer hoger in dan onderzoekers, weliswaar met een aantal belangrijke randvoorwaarden. Voor veel soorten werd een professionalisering van het beheer aangestipt als knelpunt. Ook een lange termijn engagement, inclusief budgetlijnen voor volgehouden beheer, waren veelgehoorde verzuchtingen.
Auteur: Tim Adriaens

3. Bilan van het ganzenbeheer 2018

Al enkele jaren worden in Vlaanderen ganzenpopulaties beheerd via verschillende methoden: afschot voor de bejaagbare en exotische ganzensoorten, wegvangst via kooien en ruivangsten, en eieren schudden om de reproductie te verminderen. De overzomerende ganzen veroorzaken namelijk heel wat schade. Met hun graasgedrag vernielen ze gewassen en graslanden in landbouw-, recreatie- en natuurgebied. Met hun mest vervuilen ze zwemwaters en plassen. Soms hypothekeert hun aanwezigheid zelfs kostbare natuurherstelprojecten. Een recente studie(opent nieuw venster) toonde al aan dat het gecoördineerd wegvangen, bovenop de andere beheermethodes, een economisch rendabele en effectieve bijdrage aan het ganzenbeheer is om op Vlaamse schaal de impact van Canadese ganzen te milderen. De resultaten van de afvangsten van 2018 lijken de studie te bevestigen.

In 2018 werden door RATO vzw twintig ganzenvangsten uitgevoerd in Oost-Vlaanderen, drie in Vlaams-Brabant en twee in Antwerpen. In totaal werden 1587 ganzen gevangen, waarvan 1261 in Oost-Vlaanderen. De verdeling per soort zag er als volgt uit:

Soort

Aantal gevangen exemplaren

vangstpercentage

Canadese ganzen

825

53%

Brandganzen

614

39%

Grauwe ganzen

104

7%

boerenganzen

44

3%

Totaal:

1587

100%

 


Wat dit op Vlaams niveau betekent, kunnen we afleiden uit de resultaten van de zomerganzentelling die plaatsvond in het weekend van 14-15 juli 2018 in samenwerking met de vogelwerkgroepen van Natuurpunt. Deze telling, die in Vlaanderen uitgevoerd wordt in de belangrijkste ganzengebieden, is specifiek bedoeld om trends in de overzomerende populaties te bepalen. Canadese ganzen blijven verder afnemen tot gemiddeld 36 ganzen per getelde gemeente. Grauwe gans en Nijlgans bleven stabiel op ongeveer 60 en 30 ganzen/gemeente respectievelijk. De telling is wel minder geschikt om nijlganzen op te volgen, en volgens de algemene broedvogelmonitoring nemen die nog altijd sterk toe. Boerengans is zo goed als verdwenen. Ook de aantallen brandgans zijn, na een aantal jaren met hogere vangstinspanning, sterk afgenomen.

Figuur: geschatte aantallen ganzen per gemeente in Vlaanderen sinds 2010, met een inschatting van de fout op de telling berekend op basis van de variatie tussen jaren en telgebieden (Data: zomerganzentelling INBO & Natuurpunt).
 


De zomertellingen geven dus wel aan dat de zomerpopulatie verder afneemt dankzij de inzet van beheermaatregelen.


Auteurs: Tim Adriaens, Frank Huysentruyt

4. Exotentoets voorkomt verdere invasie duizendknoop

De invasieve duizendknoop is overal aanwezig en zeer lastig om te bestrijden. De provincie Oost-Vlaanderen blijft niet bij de pakken zitten en start in 2019 met een plan van aanpak voor de invasieve duizendknoop bij het onderhoud van de provinciale waterlopen.

Het doel is om langs de waterlopen 2e  categorie binnen de provincie de duizendknoop minstens stabiel te houden, indien mogelijk te reduceren en nooit met duizendknoop besmette maaispecie of grond onbeheerd achter te laten.

Het zomermaaien wordt waar mogelijk aangepast en op een werf met grondverzet wordt een exotentoets met bijhorend plan van aanpak opgemaakt. In sommige gevallen zal verdere verspreiding van de duizendknoop voorkomen worden door een slimme inrichting van de werf. Indien haalbaar doet de provincie Oost-Vlaanderen er alles aan om de haard te elimineren. Op maat van de werf wordt gekozen uit een techniekenlijst om het doel te bereiken.

De beschrijving van het plan van aanpak en de techniekenlijst vindt u terug op de website van de provincie Oost-vlaanderen(opent nieuw venster).

Auteur: Koen Van Roeyen

5. Invasieve, uitheemse soorten verwijderen met trekpaarden: Pontische rododendron in Markettebossen

In 2017 startte bosgroep Oost-Vlaanderen Noord een proefproject waarbij een koppel trekpaarden ingezet werd om de invasieve exoot Pontische rododendron te verwijderen in het bos. Het experiment werd uitgevoerd in de Markettebossen te Bellem en gebeurde in samenwerking met de private boseigenaar, De Akkerhoeve en Pro Natura naar aanleiding van het geplande dreefherstel. Na een positieve evaluatie werden ook in 2018 grote stukken van de centrale dreef op deze manier vrijgesteld.

De Markettebossen genieten door hun ecologische en historische waarde zowel een erfgoedbescherming als natuurbescherming. Doorheen de jaren zijn de bossen op veel plaatsen overwoekerd door Pontische rododendron, een struik die thuishoort in tuinen en parken. Sommige dreven geraken volledig dichtgegroeid met deze struik. De uitheemse soort domineert de ondergroei waardoor de natuurlijke bosvegetatie verdrongen wordt. Door zijn hardnekkig karakter is het belangrijk dat het rooien zeer grondig gebeurt, zodat we verdere verspreiding kunnen voorkomen. Het gebruik van zware machines in dit Natura 2000-gebied zou voor de natte bodem enorm schadelijk zijn. Daarom werd gekozen om gebruik te maken van trekpaarden en manuele arbeid. Zo kan de soort bestreden worden zonder de bodem op grote diepte te verstoren en diepe sporen achter te laten in de kwetsbare (bos)biotoop. Deze milieuvriendelijke methode wordt om financiële redenen niet veel gebruikt bij bosbeheerwerken. Dankzij budgetten van het Agentschap voor Natuur en Bos en de provincie Oost-Vlaanderen konden deze werken in de Markettebossen uitgevoerd worden. En met succes!

Auteur: Dylan Klous

Invasieve uitheemse soorten verwijderen met trekpaarden stap 3 (Bosgroepen)
Invasieve uitheemse soorten verwijderen met trekpaarden stap 2 (Bosgroepen)
Invasieve uitheemse soorten verwijderen met trekpaarden stap 1 (Bosgroepen)

6. Cabomba of waterwaaier beheersen blijft een hele uitdaging!

In onze vorige editie presenteerden we reeds de case van de Cabomba. (Cabomba of waterwaaier beheersen wordt een hele uitdaging!) . Graag nemen we u verder mee op deze beheerreis.

Na de maatregelen in de zomer van 2018, waarover u kon lezen in de vorige editie, werd er in het najaar van 2018 een nieuw plan gemaakt (een samenwerking tussen de gemeente, RATO en de provincie) om de wal opnieuw leeg te pompen en na het verwijderen van de zichtbare planten, de hele zone van 1000 m² lichtdicht af te sluiten!


Op 12 februari 2019 werd met antiworteldoek de hele bodem voor minstens een volledig jaar toegedekt. De plant zal door gebrek aan licht (fotosynthese) afsterven. Er zijn geen dikke wortels die reserve hebben en er is geen zaad. Dus ….!?
 


In het bijgevoegd filmpje(opent nieuw venster) hieronder of via de link zie je hoe de folie werd aangebracht


Later zijn er op de folie nog 2 betonnen ringen geplaatst. Deze zullen dienen om na het groeiseizoen te dienen als inspectieplaats. De ringen worden dan leeg gepompt waarna de folie erin wordt opengesneden. De mogelijke hergroei kan dan geëvalueerd worden met het oog op de volledige verwijdering van de folie uit een Cabomba-vrije wal.

    


 

 

Wordt vervolgd ….

Auteur: Koen Van Roeyen

<p>&nbsp;</p>

<div>&nbsp;</div>

7. Gespot! Even voorstellen

7.1. Amerikaanse rode eekhoorn duikt op in Drongengoed

Prof. Paul Simoens observeerde op 28 oktober een speciale eekhoorn in het Drongengoed (Knesselare-Ursel) en kon het diertje uitgebreid filmen(opent nieuw venster). Op de mooie beelden was duidelijk de Amerikaanse rode eekhoorn (Tamiasciurus hudsonicus) te herkennen. Na deze melding werd door RATO vzw, in opdracht van ANB, een poging ondernomen het dier weg te vangen. Daarvoor werden levend vangkooien opgesteld in de bomen, voorzien van maïs en zonnebloempitten als lokaas. Na twee weken zonder vangstresultaat en zonder dat het aas was aangegeten, werd de poging gestaakt. Eerder werd al een Amerikaanse rode eekhoorn weggevangen met een levend vangkooi uit een particulieren tuin te Balen. Wie de aanschaf van exotische huisdieren overweegt kan zich beter terdege informeren teneinde in orde te zijn voor de inspectie dierenwelzijn.

De Amerikaanse rode eekhoorn is duidelijk kleiner dan onze inheemse rode eekhoorn, heeft opvallende witte oogringen, een uitgebreide witte buikvacht en een zwarte scheidingslijn tussen de roodbruine rug en witte buik. Ze heeft ook geen oorpluimpjes. Sinds 2015 duikt ze sporadisch op in de natuur. Vermoedelijk gaat het om ontsnapte huisdieren of dieren die uit dierenwinkels komen. De soort figureert niet op de positieflijst zoogdieren(opent nieuw venster) en mag dus niet zonder vergunning als huisdier gehouden worden. Ze is inheems in Amerika in gebieden met een gematigd tot arctisch klimaat. Een Nederlandse risicoanalyse(opent nieuw venster) (Dijkstra & Dekker 2008) stelt dat ons klimaat geschikt is voor de soort om te overleven, en ze wordt er volgens de zoogdiervereniging ook meer en meer waargenomen maar is voorlopig niet gevestigd. In Nederland werden in de periode 2005-2016 maar liefst 13 exotische eekhoornsoorten in de natuur gemeld (Dijkstra 2017). Na de Siberische grondeekhoorn, die populaties heeft rond Tilburg, en de Pallas eekhoorn, die recent werd uitgeroeid rond Weert, is de Amerikaanse rode eekhoorn de algemeenst waargenomen exoot met 77 waarnemingen.

De ecologische impact van de soort wordt beoordeeld als matig. In Noord-Amerika staat de soort, die kleiner is dan rode eekhoorn, nochtans wel bekend om haar groter competitief vermogen en felheid, ze gedraagt zich agressief ten opzichte van de veel grotere grijze eekhoorn. De soort wordt aangetroffen in bossen en bomenrijke urbane gebieden. Haar dieet is vergelijkbaar met dat van de Europese rode eekhoorn. Over de ecologische impact van de Amerikaanse rode eekhoorn op de inheemse rode eekhoorn, in wiens habitat ze voorkomt, is weinig bekend.

Auteur: Tim Adriaens

Literatuur
Dijkstra, V. (2017). Update exotische eekhoorns. Kijk op Exoten april 2017: 15-17.
Dijkstra, V. en Dekker, J. (2009). Exotische eekhoorns in Nederland. Zoogdier 20(3): 7-11.
Dijkstra, V. & Dekker, J. (2008). Risico-assessment uitheemse eekhoorns.VZZrapport 2008.10, Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem, Nederland.

Westerse karmozijnbes, bessen (http://www.kuleuven-kulak.be/bioweb/)

7.2. Westerse karmozijnbes tijdbom onder heidegebieden en zure bossen?

Naar aanleiding van een vondst in het provinciaal domein in Wachtebeke stellen we graag de Westerse karmozijnbes Phytolacca americana voor, een bekende tuinplant die inheems is in Noord-Amerika. Ze behoort tot de aparte familie van de karmozijnbessen. Jawel, er bestaat ook een oosterse karmozijnbes P. esculenta (syn. P. acinosa, herkenningsfiche ). In Europa is de karmozijnbes vooral een gekend probleem rond het Middellands Zeegebied en in centraal Europa, waar haar introductie oorspronkelijk aan de wijnbouw gelinkt was. Meer noordelijk werd ze ingevoerd als sierplant en moest ze aanpassen aan het koelere klimaat.. In België is de Westerse Karmozijnbes voorlopig zeldzamer dan de Oosterse. Ondanks die vaststelling, zijn er indicaties dat ze vooral op de zandgronden aan het toenemen is, een fenomeen dat ook bij onze noorderburen is vastgesteld, waar ze als invasief ervaren wordt . Op enkele plaatsen in Midden-Limburg op open tot half-open standplaatsen, zoals kapvlakten en in lichte bossen. In Vlaanderen is de soort ondertussen verspreid in alle provincies, en begint ze toe te nemen in de Kempen, vooral in open dennenbossen maar ook aan bospaden, in bermen enz. De aantallen planten per groeiplaats zijn voorlopig meestal nog bescheiden, maar dat kan snel veranderen.

Over haar ecologische impact is relatief weinig bekend maar ze kan monospecifieke massieven vormen waarin inheemse soorten weinig kans hebben en ze vormt een belemmering voor bosregeneratie al is dat vooral in sparrenbossen gekwantificeerd. Een studie stelde vast dat bij een bedekking van >50% de floristische rijkdom lokaal met 24% afneemt ten opzichte van niet gekoloniseerd habitat. Door haar giftigheid heeft ze een aangetoonde impact op regenwormen en slakken. Aangezien ze ook bramen vervangt, verlaagt ze de alimentaire waarde van bossen voor andere biota. Haar invasiviteit kan onder meer verklaard worden door de combinatie van voor vogels lekkere bessen en haar giftig zijn voor planteneters. Ook produceert de soort zaden in abundantie, zo kan een plant van meer dan één meter hoogte makkelijk 25000 zaden voortbrengen. De plant verdraagt zware metalen goed en komt daarom vaak op verstoorde en vervuilde gronden voor. Ook verstoring in het algemeen, bijvoorbeeld in kapvlaktes in bossen of na brand, activeert de zaadbank en speelt in haar voordeel.

Westerse karmozijnbes wordt bestreden via uittrekken, uitgraven en uitsteken (van vooral jonge planten). Oudere planten hebben een uitgebreider wortelstel dat onder de wortelhals afgestoken moet worden. Ook het afknippen van de bloeiwijzen is effectief om verspreiding te beletten. Waarnemingen van karmozijnbes kan je invoeren in waarnemingen.be. Zo draag je bij aan een compleet beeld van de verspreiding van deze soort. Ook als je de soort in een tuin aantreft kan je die melden, vink dan wel het vakje “Aangeplant, ingezaaid, verwilderd of aangevoerd” aan. Op die manier kunnen we ook nagaan waar bronpopulaties zitten.

Auteur: Tim Adriaens

Bronnen:

Dumas, Y. (2011). Que savons-nous du Raisin d’Amérique (Phytolacca americana), espèce exotique envahissante ? Synthèse bibliographique. Rendez-vous techniques ONF, p. 48 - p. 57.
Verloove F. (2019) [Phytolacca americana]. Manual of the Alien Plants of Belgium. Botanic Garden Meise, Belgium. At: alienplantsbelgium.be, accessed 20/03/2019.
DiTomaso et al. (2013). Weed control in natural areas in the western united states. Weed Research and Information Center, California University.

8. Agenda

The RAPID Life Project (Reducing and Preventing Invasive Alien Species Dispersal)

Grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over de preventie van invasieve uitheemse soorten: Bioveiligheidsproblemen in aquatische zee- en zoetwateromgevingen

Datum: 16 & 17 Mei 2019

Locatie: Station Marine  in Concarneau, Quai de la Croix, 29900 Concarneau,  (Brittanië) Frankrijk

Organisatie:  Een evenement van the Animal and Plant Health Agency (APHA), Le IUCN French National Committee, and L’ Agence française pour la biodiversité. Alsook andere partnerorganisaties.  

Contacten:

Meer weten? Surf naar: Uitnodiging (opent nieuw venster)

 

9. Contact

Stuur jouw vragen, opmerkingen of cases door aan de redactie:

RATO vzw Tel. 09 267 87 43 exoten@oost-vlaanderen.be   Gouvernemenstraat 1, 900 Gent

Raadpleeg de websites van de redactieleden voor meer info:

Agentschap Natuur en Bos (opent nieuw venster) (contact: Bram D’hondt)

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (opent nieuw venster) (contact: Tim Adriaens)

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek(opent nieuw venster) (Contact: Pieter Boets)

Dienst Waterlopen van de Provincie Oost-Vlaanderen(opent nieuw venster) (Contact: Koen Van Roeyen)

De Vlaamse Waterweg(opent nieuw venster) (contact: Piet Thys en Nathalie Devaere)

Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen(opent nieuw venster)  (contact: Anke Stefens)

Ecopedia (Contact: Rollin Verlinde)

Inschrijven voor de nieuwsbrief kan hier(opent nieuw venster)