We leven in een geglobaliseerde wereld, binnen de Europese Unie zijn er geen echte grenzen meer en door onze strategische ligging zijn we een belangrijke doorvoerregio. Het is onmogelijk uit te sluiten dat er in de toekomst nog nieuwe invasieve exoten opduiken. Internationale afspraken en samenwerking zijn dan ook essentieel voor een succesvolle aanpak van nieuwe invasieve exoten. Binnen de Europese verordening(opent nieuw venster) die vanaf 1 januari 2015 in werking trad, wordt gefocust op een drietrapsaanpak.
1. Preventie
Voorkomen is beter dan genezen. Het merendeel van de invasieve exoten die zich doorheen de jaren in ons land hebben kunnen vestigen, deed dit ten gevolge van menselijk handelen. Ze werden aangeplant of losgelaten in siertuinen, in bos- en natuurgebieden, op land- en tuinbouwbedrijven, … Het is dus in de eerste plaats belangrijk om voldoende op de hoogte te zijn van de problematiek en anderen hiervan te overtuigen. Door te weten welke uitheemse soorten invasief kunnen worden en welke soorten al invasief zijn, kan je er bewust voor kiezen om deze soorten niet in huis te halen of te vermijden dat ze in de vrije natuur terecht komen. Overheden kunnen ter preventie handels- en eigendomsverboden opleggen. De betrokken actoren zoals de groensector of dierenverkopers kunnen sectorale afspraken maken. Ten slotte zorgt ook een gezonde natuur ervoor dat uitheemse soorten zich moeilijker kunnen vestigen. Concrete en eenvoudige acties om de verspreiding van invasieve exoten te voorkomen:
- Koop inheemse of niet-invasieve uitheemse planten en dieren. Vraag ernaar in de speciaalzaak of vijver- of tuincentrum. Meer informatie rond inheemse alternatieven voor invasieve uitheemse plantensoorten vind je in de brochure 'Alternatieven voor invasieven. Plant anders. Kies voor biodiversiteit in de tuin.' (opent nieuw venster)
- Dump geen planten of groenafval in de natuur maar op de composthoop of bij het gft-fval. Bekijk ook eens de folder 'Stop de verspreiding van invasieve waterplanten'(opent nieuw venster).
- Zorg ervoor dat uitheemse plant- en diersoorten niet kunnen ‘ontsnappen’ naar de vrije natuur. Veel soorten die nu nog geen probleem vormen, kunnen mogelijks later wel voor schade zorgen.