Bokjessteenbreek kwam voor in veenachtig weilanden, grazige en venige plekken in heiden en op mosveen. Ze vereist overgangen van kalkhoudende, droge minerale zand- en leemgrond naar voedselarm, zuur en nat hoogveen. De soort komt voor in alle koudere delen van het noordelijk halfrond en kent in Europa een noordelijke, verbrokkelde verspreiding. Deze plant wordt als een overblijfsel uit de laatste ijstijd gezien. De plant werd in 1859 bij Weerdinge in Drenthe gezien maar is daar later nooit meer waargenomen. Ook in België komt ze niet (meer) voor.