Europese blazenstruik

Colutea arborescens

De Europese blazenstruik is een rechtopstaande, vertakte struik. Jonge takken en bladen zijn fijn aanliggend behaard. De bladen zijn oneven geveerd, met 9 tot 13 deelblaadjes. De deelbladeren zijn omgekeerd eirond tot hartvormig. Ze zijn dofgroen, duidelijk geaderd en gaafrandig. De steunblaadjes zijn vrij, klein en lancetvormig. De bloemen bloeien van mei tot oktober. De gesteelde trossen worden gevormd uit twee tot acht, ongeveer 2 cm grote, hangende, okselstandige bloemen. De bloemkroon is heldergeel en heeft een cirkelvormige vlag, die opgericht staat, aan de voet twee korte knobbels heeft en in het midden een hartvormige, bruinrode vlek. De sikkelvormige zwaarden zijn korter dan de kiel. Die laatste loopt in een korte, afgeknotte snavel uit. De peulen zijn 4‐5 cm lang, 2‐3 cm breed, hangend en sterk opgezwollen tot een grote vliezige blaas. De vruchten zijn niet gebogen en niet toegespitst en springen niet open. Deze overzichtelijke herkenningsfiche geeft onder andere ook verschillen met er op gelijkende soorten weer.