Populaties zijn niet stabiel
De grootte van een populatie is geen vast gegeven. In het voortplantingsseizoen komen er flink wat dieren bij, tijdens schaarste neemt de populatie weer af. Er zijn vier factoren die de toe- of afname van een populatie bepalen.- Geboorte/voortplanting: als er nieuwe individuen bijkomen, groeit de populatie. Dikwijls is dat tijdens een bepaalde periode, het voortplantingsseizoen
- Sterfte: als individuen sterven krimpt de populatie, dat kan geleidelijk of ineens, bijvoorbeeld door een ziekte of tijdens periode van schaarste zoals de winter
- Immigratie: als vanuit andere populaties er individuen bijkomen, groeit de populatie. Dat is een normale gebeurtenis en het verhindert inteelt.
- Emigratie: een deel van de populatie trekt weg en de populatiegrootte neemt af. Dat kan omdat er schaarste is aan voedsel of territoria, het kan evengoed doordat sommige jonge dieren geprogrammeerd zijn om afstanden af te leggen. Zo worden nieuwe gebieden of populaties bereikt.