Enkele oefeningen
De basis van een soortbeheerplan is de ecologie van een soort. Soms is het opzoeken makkelijk en is er al een soortbeschermingsplan. Soms is het wat moeilijker en moet je informatie zelf samen zoeken vanuit boeken, wetenschappelijke literatuur en/of specialisten raadplegen. In deze oefeningen maken we het nog niet te moeilijk. De ecologie van een soort heeft vele aspecten, de belangrijkste sommen we hier even op.
Koppeltje oranjetippen (Vilda-Rollin)
- De levenscyclus: wanneer balts, voortplanting, geboorte, hoe overwinteren, levensduur, etc ?
- Voedsel, en dit voor elk levensstadium?
- Vochtbehoefte, temperatuur, andere abiotische vereisten?
- Schuil- en nestbehoeftes, op welk moment van het jaar is welke plant, bodem of andere structuur nodig, en in welke vorm of aantal?
- Populatiedynamica: is het een soort die snel kan toenemen in aantal, en zo ja, hoe snel? Hoe worden de aantallen gereguleerd (predatoren, voedsel, weer)? Wat is een typische populatiedichtheid? Wanneer is sprake van overpopulatie of een te lage dichtheid?
Bovenstaand lijstje dient als eerste afgewerkt te worden voor je een soortbeheerplan kan opstellen. Doe dit eens voor een (of meerdere) van onderstaande soorten. We bouwen hier verder op voort in de volgende oefeningen. Een invulformulier om je te helpen kan je hier downloaden.
- Wild zwijn
- Kleine ijsvogelvlinder
- Grutto
- Rosse vleermuis
- Kamsalamander