Algemeen
Behoorlijk productieve, in goede vorm, soorten- en bloemrijke graslanden op vochtige tot vrij droge, kleiige en lemige gronden. Het beheer bestaat doorgaans uit hooien. Meestal vrij gesloten van structuur en hoog opgaand. In de Regio's Maasvallei, Leemstreek, Zandleemstreek, Voeren.
Het gangbare beheer is een- of tweemaal per jaar hooien, afhankelijk van de productiviteit. Eerste maaibeurt vanaf eind juni. Sommige vormen worden begraasd. Begraasde vormen zijn meestal minder bloemrijk, behalve bij gebruik van een rondtrekkende kudde.
Karakteristieke bijen
Goudpootzandbij, knautiabij, Texelse zandbij, ereprijszandbij, wikkebij, weidebij, donkere klaverzandbij, viltvlekzandbij, bremzandbij, donkere klokjeszandbij, boshommel, gewone langhoornbij, zuidelijke langhoornbij, roodbruine groefbij, klaverdikpoot, breedkaakgroefbij, breedbuikgroefbij, kleigroefbij, breedbandgroefbij, zwartbronzen houtmetselbij
Karakteristieke bijenplanten
Vlinderbloemigen: rode klaver, heggenwikke, vogelwikke, bonte wikke, kattendoorn
Composieten: groot streepzaad, knoopkruid, grote centaurie, ruige leeuwentand, viltig kruiskruid, wilde cichorei, gewone margriet
Kamperfoeliefamilie: beemdkroon, duifkruid
Bremraapfamilie: grote ratelaar, harige ratelaar
Lipbloemigen: gewone brunel, veldsalie, grote tijm, wilde marjolein
Klokjes: rapunzelklokje
Schermbloemigen: peen, wilde pastinaak, echte kruisdistel, grote bevernel
Bron
Jacobs M. & Raemakers I., 2016. Beheer in functie van wilde bijen. I.o. van de provincie Limburg