Bloemrijk grasland

Een bloemrijk grasland is een grasland dat bestaat uit verschillende soorten grassen en meerjarige kruiden en dat wordt gehooid. Deze term wordt vaak dooreen gebruikt met bloemenweide, maar per definitie wordt een bloemenweide begraasd. Een bloemrijk grasland wordt gemaaid, waarbij het maaisel even blijft liggen om te drogen en dan wordt het afgevoerd. Dit stemt overeen met het klassieke hooilandbeheer.Bloemrijke graslanden zijn ook gekend als zoemrijke graslanden. Ze gonzen namelijk van het insectenleven. 

Soortenrijk grasland (VVOG)

Alvorens men overgaat tot het aanleggen van een bloemrijk grasland, is het belangrijk om eerst te bezinnen voor te beginnen. De locatie moet voldoen aan enkele voorwaarden, zo niet is de kans op slagen erg klein.

De juiste plaats

Kies een locatie die voldoende groot is van oppervlakte zodat hooilandbeheer haalbaar en praktisch uitvoerbaar is. Zaai bij voorkeur vlakvormig in en vermijd inzaai in smalle stroken. In smalle stroken in de onkruiddruk hoger, het beheer moeilijker en zijn er meer randeffecten zoals strooizout, bemesting en gewasbescherming afkomstig van akkers, etc. 

Bekijk het potentieel van de locaties die je wil omvormen. Start je van een reeds bestaand grasland, laat het eens in bloei komen en bekijken welke kruiden erin voorkomen. Zijn er al veel kruiden en weinig grassen aanwezig, dan is vaak een inzaai niet nodig en kan je gewoon verdergaan door het gepaste beheer toe te passen. Zijn er voornamelijk grassen aanwezig, dan kan je gaan inzaaien.

De kruiden die thuishoren in een bloemrijk grasland hebben een zonnige standplaats nodig die niet te nat wordt. Zijn er momenteel al veel sterke onkruiden aanwezig (brandnetels, distels, winde, etc.), werd het perceel bemest (afvloei landbouwpercelen, kunstmest of door mulchen), is er een dikke grasmat, etc. dan zal het langer duren om een gewenst resultaat te bereiken en bestaat de kans dat het ook niet lukt. Het is dus belangrijk om vooral in te zaaien op voedselarme percelen die al even niet meer bemest zijn. Inzaaien onder bomen die ver genoeg uit elkaar staan, bijvoorbeeld boomgaard, park en dus nog voldoende zon doorlaten, kan. Hier wel opletten om de wortels niet te beschadigen en bij te veel beschaduwing over te schakelen op kruiden die meer schaduw verdragen.

Voorbereiding

Lijkt de locatie geschikt om over te gaan naar inzaai dan zaait men best in, in het najaar (september/oktober). Dit geeft de beste slaagkans en zo blijf je ook hardnekkige onkruiden voor. Voor inzaai wordt het perceel best zaaiklaar gelegd, dit kan door meerdere malen te verticuteren in een niet te dichte grasmat of de bovenste grasmat af te schrapen of oppervlakkig te schoffelen bij braakliggende grond. Er wordt best gewerkt met een vals zaaibed, waarbij de eerste grondbewerking en het zaaiklaar leggen al werd uitgevoerd ongeveer 2 à 3 weken voor inzaai, zo kan kiemend onkruid terug ondergewerkt worden en zal dit later minder problemen geven. 

Inzaai

Kies voor een inheems graskruidenmengsel aangepast aan de omstandigheden. Bij een nat perceel is er de mogelijkheid om enkele andere kruiden aan het mengsel toe te voegen. Het graskruidenmengsel bestaat uit niet-dominante grassoorten, die vaak waardplanten zijn voor vlinders, en kruiden die doorheen de lente en zomer afwisselend bloeien. Zo is er het ganse vliegseizoen voedsel voor alle insecten. Inheemse kruiden en grassen zijn het beste voedsel voor een grote diversiteit aan insecten, ze zijn er het best op afgestemd en bieden alles wat ze nodig hebben.

Inzaaien van een meerjarig graskruidenmengsel gebeurt best tussen eind augustus en eind oktober. In het voorjaar kan onkruiddruk groter zijn en duurt het langer om een resultaat te hebben, indien inzaai in het voorjaar toch wordt toegepast, gebeurt inzaai dan best tussen maart en eind mei. 

Vermijd om in te zaaien in te natte weersomstandigheden zodat het zaad niet wegspoelt. Zaai niet in bij vorst of te koude temperaturen. Ga ook niet inzaaien bij een periode van lange droogte.

Het zaad blijft ongeveer 1 jaar goed kiemkrachtig. Bewaar het koel, droog en donker bewaren, in een zak van stof of stevig papier (moet kunnen ademen). In een plastic zak, zal het zaad gaan schimmelen.

Om ontmenging te voorkomen en te zorgen dat er niet te dik wordt gezaaid (zaaien aan 2g/m²) kan het mengsel gemengd worden met zand. Na het zaaien kan de grond lichtjes aangeharkt of aangedrukt worden, maar de zaden zijn lichtkiemers en mogen maar bedekt worden met enkele millimeters grond. Voeg geen bemesting of andere bodemverbeteraars toe. Gebruik ook geen gewasbeschermingsmiddelen.

Bij inzaai ter hoogte van bomen, maak handmatig zeer oppervlakkig de bodem los en zaai met de hand.

Onderhoud/maaien

Maaien gebeurt best met een maaibalk, cyclomaaier met licht materiaal of zelfs een zeis, dit om ervoor te zorgen dat de stengels mooi worden afgesneden voor hergroei en dat de bodem niet wordt samengedrukt. Klepelen en een maaizuiger is geen goed alternatief. Bij het klepelen worden de planten kapot geslagen en blijft veel organisch materiaal liggen, wat zorgt voor verruiging. Studies hebben ook aangetoond dat insectenoverleving meer dan vier keer hoger ligt bij maaien met de maaibalk of cyclomaaier dan met de maaizuiger of klepelmaaier. Mulchen is uit den boze, dit verrijkt de bodem en zorgt ervoor dat je zal eindigen met een grasland zonder kruiden, maar met veel brandnetels en distels.

Bij de meerjarige mengsels is het belangrijk om meteen het juiste maaibeheer toe te passen. Indien dit niet goed wordt opgevolgd in de eerste jaren, is het moeilijk om dit nog recht te trekken. Het meerjarig mengsel wordt minstens tweemaal per jaar gemaaid, bij sterke grasgroei en onkruiddruk zelfs 3 tot 5 keer. De vroege maaibeurt is bij deze laatstgenoemde de belangrijkste. 

Indien er veel ongewenste kruiden aanwezig zijn en de grasdruk is hoog, dan wordt best al gemaaid in de tweede helft van april/half mei voordat ze in bloei/zaad komen en dan nog eens in augustus en in oktober.

Indien dit probleem zich niet voordoet en er is een bloemrijk resultaat dan valt de eerste maaibeurt in juli (wanneer gewenste bloemen in zaad staan) en de tweede eind september/begin oktober (zodat het grasland kort de winter in gaat). Indien er toch nog veel grassen zijn, kan de eerste maaibeurt vervroegd worden naar mei/juni.

 

Het maaisel laat je enkele dagen liggen (zodat zaad en insecten eruit kunnen) en dan het maaisel afvoeren. Als je wil hooien, best keren en ter plaatse laten drogen. Nat afvoeren kan ook. Het belangrijkste is om steeds het maaisel af te voeren. Zo niet krijg je een dominantie van grassen en nemen ruigteplanten zoals brandnetels en distels het snel over.

 

Om variatie te brengen in de ingezaaide stukken wat bijzonder goed is voor het insectenleven, is het best om niet alles in één keer te maaien. Je kan een deel afmaaien en dan twee weken later een ander deel. Je kan ook een deel een heel jaar laten staan en lang de winter in laten gaan, dit stuk wordt dan pas na de winter in mei gemaaid. Best wordt dit pas toegepast eens je een bloemrijk resultaat hebt bereikt en focus je in de eerste jaren op het een goed maaibeheer waarbij je zoveel mogelijk bloemen in je grasland probeert te krijgen.

Het inzaaien van bloemrijk grasland vraagt geduld. Soms kan het tot 3-5 jaar duren totdat meerjarige mengsels het gewenste resultaat leveren. Blijven volhouden, is de boodschap!

Werkwijze

  • Selectie van potentiële locaties
  • Afstemming maaibeheer met eigenaar, groendienst, groenbeheerder
  • Tijdig bestellen zaaigoed (voorjaar voor inzaai najaar)
  • Inzaaien en opvolgen
  • Meteen correct maaibeheer toepassen
  • Advies inwinnen indien nodig
  • Volhouden!

Communicatie

Bij aanleg van een bloemrijk grasland op openbaar domein, zorg ervoor dat er gecommuniceerd wordt naar de burgers. Het is belangrijk om de verwachtingen bij te stellen. Een bloemrijk grasland is geen bloemenzee maar een plaats met lang gras en bloeiende kruiden. Verschillende kruiden bloeien op verschillende momenten van het jaar. Correct informeren is dus belangrijk en dit kan aan de hand van een bewonersbrief, een artikel in het infoblad, een infobord of communicatie via de groenarbeiders. De groenarbeiders zijn vaak het eerste aanspreekpunt, het is belangrijk dat zij op de hoogte zijn van waarom een bepaalde keuze werd gemaakt en waarom een bepaald beheer wordt toegepast. Diezelfde boodschap moet ook weerklinken doorheen het ganse lokale bestuur: van groenarbeiders, ambtenaar tot schepen. Deze locaties lenen zich ook ideaal voor de organisatie van een bijensafari om zo de inwoners te laten zien wat er allemaal leeft op deze kleine wilde plekjes.

Bijlagen

 Interessante video’s over gefaseerd maaien:

https://www.youtube.com/watch?v=yjn4eszQZYc(opent nieuw venster)

https://www.youtube.com/watch?v=__WJR_CN7IU(opent nieuw venster)
 https://www.youtube.com/watch?v=25de8y9W_I8(opent nieuw venster)
 https://www.youtube.com/watch?v=kMXh7z1_9bc(opent nieuw venster)

Lijst meerjarig graskruidenmengsel

  • Meerjarig mengsel – samenstelling met grassen en kruiden
    • reukgras (Anthoxanthum odoratum)
    • kamgras (Cynosurus cristatus)
    • rood zwenkgras (Festuca rubra)
    • veldbeemdgras (Poa pratensis)
    • gewoon struisgras (Agrostis capillaris)
    • knoopkruid (Centaurea jacea)
    • wilde peen (Daucus carota)
    • gewoon biggenkruid (Hypochaeris radicata)
    • margriet (Leucanthemum vulgare)
    • gewone rolklaver (Lotus corniculatus)
    • smalle weegbree (Plantago lanceolata)
    • scherpe boterbloem (Ranunculus acris)
    • veldzuring (Rumex acetosa)
    • kleine klaver (Trifolium dubium)
    • smalle wikke (Vicia sativa subsp. Nigra)
  • Toe te voegen in vochtige omstandigheden:
    • pinksterbloem (Cardamine pratensis)
    • echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi)
    • heelblaadje (Pulicaria dysenterica)
    • moerasrolklaver (Lotus pedunculatus)
    • grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius)

Geschreven door:

Katrien Geurts
Biodiversiteitsmedewerker