Hopen doen leven

Auteur: Joren Steurs (VVOG)

Diversiteit in inrichting, zorgt voor diversiteit van leven...ook in de stad!

Stadsdieren hebben doorheen de geschiedenis steeds minder ruimte gekregen in onze steden en gemeenten.  Voor vele fauna en flora zijn onze centra zijn ondoordringbare betonnen jungles geworden. Met de afnemende biodiversiteit, verloor ook de mens zijn connectie met  deze planten en dieren. Dringend tijd om daar wat aan te doen.

 

Gelukkig komt aandacht voor biodiversiteit steeds meer op de voorgrond in de zoektocht naar het leefbaarder maken van onze steden. Bijna elke stad of gemeente heeft ondertussen wel een bijenhotel, maar er zijn nog talloze andere habitatinrichtingen die enorm waardevol zijn voor onze stadsdieren. Verschillende van deze inrichtingen bestaan uit het vormen van “hopen”. In dit artikel bespreken we enkele bekende, maar ook minder bekende creaties die een breed scala aan dieren kunnen ondersteunen. Doe inspiratie op en kijk wat past in jouw stad of gemeente!

Brush pile/habitathoop

Het uitzicht

Een brush pile, of habitathoop, is een kunstmatige stapel takken en snoeihout die een natuurlijk en ietwat rommelig uiterlijk heeft. Het moet een organisch onderdeel van de omgeving zijn, met takken die losjes op elkaar liggen om schuilplaatsen te creëren. Doch dient de aanleg volgens bepaalde richtlijnen te verlopen. Gebruik je eigen (lokale) snoeiafval om deze brush piles op te bouwen. Dit is dé ultieme manier om op een circulaire wijze een bijdrage te leveren aan de lokale biodiversiteit.

De bezoekers

Een brush pile is aantrekkelijk voor een enorm grote variëteit aan dieren, zoals: vogels, insecten, kleine zoogdieren, reptielen en amfibieën. Iedereen vindt er wel zijn of haar plekje. Het biedt een veilige plek om te schuilen, te nestelen, zich te voeden of te overwinteren. Dit is misschien wel dé meest multi-functionele habitatsinrichting.

De aanleg

  • Voorbereiding: Denk na waar je je brush pile wil plaatsen. Zon of halfschaduw, op een rustige plaats, 3 m2 en minstens één meter hoog is ideaal. 

  • Leg een aantal (4-6) stronken met een diameter van 15 tot 20 cm parallel naast elkaar met spaties van 30 cm ertussen.

  • Plaats hier een identieke laag op, maar leg de stronken loodrecht op voorgaande richting. 

  • Dit mag je meermaals herhalen als je meer hoogte wil.

  • Leg hierop 1 tot 2 meter grof groenafval: takken met bladeren, kleine boompjes, snoeihout, …

  • Vul sommige deeltjes van je takkenhoop op met bladeren.

 

Het onderhoud

Het onderhoud van een brush pile is minimaal. Laat natuurlijk afgevallen bladeren en ander organisch materiaal zich opstapelen om de aantrekkelijkheid voor insecten te vergroten. Periodieke inspectie is voldoende om ervoor te zorgen dat de structuur stabiel blijft, en voeg indien nodig extra takken toe. Een ongestoorde brush pile is cruciaal om dieren een veilige en natuurlijke schuilplaats te bieden.

 

Een variant

Past een semi-chaotische brush pile niet in de omgeving? Plaats dan een takkenril! Deze inrichting kan je zo gestructureerd maken als nodig. Op deze manier streef je dezelfde doelen na, al zal de bijdrage aan de biodiversiteit wel beperkter zijn. 

Variant habitathoop te Antwerpen
Variant habitathoop te Antwerpen (Joren Steurs (VVOG))
Takkenril (Pixabay)
Takkenril (VVOG)

Steenhopen

Steenhoop
Deze steenhoop te Rijkel werd specifiek ingericht voor de vroedmeesterpad (Amber Claeys)
Speelvariant steenhoop (Joren Steurs)

Het uitzicht

Een stenenhoop heeft een natuurlijke, onregelmatige vorm, en bestaat, zoals de naam al doet vermoeden, uit gestapelde stenen van verschillende groottes. Wanneer het geheel na verloop van tijd begroeid raakt met mossen en planten, gaat het naadloos op in de omgeving.

De bezoekers

Steenhopen kunnen een thuis bieden aan verschillende dieren, vooral amfibieën, reptielen, insecten en kleine zoogdieren maken gebruik van deze inrichting. De koele, vochtige microhabitats worden in de zomer onder andere gebruikt door padden, kikkers en salamanders om niet uit te drogen en hun interne temperatuur te laten dalen. In het voorjaar, gaan dezelfde dieren de zonbeschenen stenen gebruiken om op te warmen. Ook reptielen gebruiken deze natuurlijke “zonnebanken” hiervoor.

De aanleg 

  • Kies een geschikte locatie in een natuurlijke omgeving, bij voorkeur in de buurt van waterlichamen, zoals vijvers of beken, aangezien amfibieën vaak migreren tussen hun voortplantings- en landhabitats en de afstand hiertussen beperkt moet zijn.

  • Verzamel stenen en rotsen van verschillende maten. Gebruik natuurlijke materialen die beschikbaar zijn in de omgeving, zo kan je de steenhopen goed integreren in het lokale ecosysteem.

  • Stapel de stenen op elkaar om holen, spleten en schuilplaatsen te creëren. Varieer de grootte van de stenen om verschillende microhabitats te bieden aan verschillende soorten amfibieën en reptielen.

  • Zorg voor enkele zonnige plekken op de steenhopen.

  • Vul enkele holtes met afgevallen herfstbladeren.

  • Plant enkele lage, robuuste planten rond de steenhopen om extra dekking en schuilplaatsen te creëren. Deze planten kunnen ook bijdragen aan de esthetiek van de habitat. Hierdoor is het voor de mens ook onderbewust duidelijk dat dit een “bewuste” inrichting is en is er minder kans op vandalisme. Let er wel op dat deze beplanting de steenhoop niet overgroeid en niet al het zonlicht wegneemt!

 

Het onderhoud

Hier kan men bijna spreken van nulbeheer. Je dient enkel regelmatig de steenhoop te controleren op vandalisme en de stenen terug op te stapelen indien nodig. 

Houthopen

Het uitzicht

Aan de hand van stukken stam van omgevallen bomen en groot snoeiafval wordt een semi-gestructureerd “kader” gevormd, waartussen of waartegen een berg houtsnippers worden gelegd. Al dit hout wordt best gesprokkeld uit de omgeving. Het hout mag afkomstig zijn van verschillende boomsoorten. Een andere benaming voor deze constructie, is de “keverbroedstoof”, je zal vast wel kunnen raden waarom.

 

De bezoekers

Houthopen zijn aantrekkelijk voor insecten, kleine zoogdieren en amfibieën. Ze bieden een warme en beschutte omgeving waar dieren nesten kunnen bouwen en zich kunnen verbergen. Verschillende inheemse kevers gebruiken deze hopen om heel hun larvaal stadium, wat meerdere jaren kan duren, door te brengen. Het meest bekende voorbeeld hiervan is de Europese neushoornkever. 

De aanleg

  • Kies een rustig plekje uit. Een zonnige, doch vochtige plek op de rand van het bos of nabij een groepje bomen is ideaal.

  • Bouw een ‘kader’ met snoeihout en ander stukken stam. Het snoeihout kan een stukje in de bodem begraven worden voor meer stevigheid.

  • Verzamel houtsnippers van verschillende boomsoorten, als je de mogelijkheid hebt. 

  • Stapel de snippers op, waarbij je ervoor zorgt dat de hoop niet te hoog wordt om instabiliteit te voorkomen. 

  • Je kan de houthoop nog verder aanvullen met andere organische materialen, zoals bladeren, om extra textuur en schuilplaatsen te bieden. Diversiteit in inrichting, zorgt voor diversiteit van leven!

 

Het onderhoud

Het onderhoud van een houthoop is beperkt. Houd het geheel samen en voeg, indien nodig, extra hout toe om de hoogte en structuur te behouden. Een beetje begroeiing van planten mag, maar zorg dat de houthoop nog steeds genoeg zon krijgt.

Neushoornkever
De larve van de Europese neushoornkever kan tot 5 jaar doorbrengen in dezelfde houtsnipperhoop. Laten liggen dus! (Pixabay)

Zandhopen

Bijenburcht te Ichtegem
Een goed ingerichte bijenburcht, zoals die te Ichtegem, biedt een habitat aan veel meer soorten! (VVOG)
Muurhagedissen gebruiken zandhopen voor het leggen van hun eieren (Pixabay)

Het uitzicht

Zoals de zelfverklarende naam al doet vermoeden, gaat het hier om een kunstmatig of natuurlijk gecreëerde ophoping van zand, gekenmerkt door een onregelmatige, maar natuurlijke uitstraling. Een ideale zandhoop heeft een losse structuur en is goed verdeeld, waarbij het zand een uniforme dekking vormt.

 

De bezoekers 

Zandhopen worden ook wel bijenburchten genoemd, maar ze vormen een aantrekkelijke habitat voor nog veel meer dieren, waaronder andere insecten, reptielen en sommige kleine zoogdieren. Verscheidene inheemse hagedissen en bodembroedende insecten maken gebruik van zandhopen voor het bouwen van hun nesten en het leggen van hun eieren. 

 

Het onderhoud 

Het onderhoud van een zandhoop is minimaal. Zorg ervoor dat de hoop niet volledig overgroeid wordt door planten. Indien nodig kan extra zand worden toegevoegd om de hoogte te handhaven en variatie in de structuur te behouden.

Bladerhopen

Het uitzicht

Een bladerhoop is een natuurlijk uitziende ophoping van herfstbladeren, waarbij de bladeren een losse massa, maar toch compact geheel vormen.

 

De bezoekers

Bladerhopen zijn aantrekkelijk voor insecten, kleine zoogdieren, amfibieën en zelfs sommige vogelsoorten. De bladeren bieden beschutting en dienen als voedselbron voor bepaalde insecten. Afhankelijk van de gekozen locatie worden er andere microhabitats gecreëerd en worden er andere diersoorten aangetrokken. Een bladerhoop in de schaduw kan aantrekkelijk zijn voor bepaalde dieren, zoals amfibieën, die vaak de voorkeur geven aan koelere, vochtige omgevingen. Een bladerhoop in de zon kan aantrekkelijk zijn voor dieren die van warmte houden, zoals bepaalde soorten insecten en reptielen. Bladerenhopen vormen een enorm goede overwinteringsplaats voor heel wat insecten!

 

De aanleg

  • Kies verschillende locaties: één in de zon, één onder een boom, enzovoort. 

  • Maak een omkadering van takken, stammen en stenen.

  • Verzamel herfstbladeren van verschillende bomen en leg ze in een niet al te compacte hoop. 

  • Creëer meerdere lagen om variatie in textuur en dichtheid toe te voegen. 

  • Let op: des te hoger de hoop, des te sneller de bladeren gaan vliegen. Een goede tip is om er wat takken bovenop te plaatsen om dit te mitigeren. 

 

Het onderhoud

Net als bij de andere inrichtingen is het onderhoud van een bladerhoop minimaal. Laat de natuurlijke afbraakprocessen hun gang maar gaan. Dit draagt bij aan het ecosysteem. Periodieke inspectie kan helpen om ervoor te zorgen dat de bladerhoop hoog genoeg blijft en zijn functie behoudt. Elk jaar kan een nieuwe laag bladeren worden toegevoegd.

Diversiteit troef

Zoals altijd, is diversiteit troef. Door een verscheidenheid aan habitatinrichtingen te realiseren, worden steden esthetisch aantrekkelijker. Hiernaast kan er ook circulair gewerkt worden met het “groenafval”. Bovendien krijgt de bevolking terug meer voeling met de natuur en worden er ook functionele ecosystemen gecreëerd voor een reeks aan stadsdieren. Het inrichten van diverse leefomgevingen draagt bij aan een gezond en gebalanceerd stadsleven, waarin mens en natuur harmonieus samenleven. Een win-win!