Het aantal karakteristieke paddenstoelensoorten in heide en veenvegetaties ligt lager dan in oude schrale graslanden of bossen. Toch kunnen de paddenstoelen een aanzienlijke waarde aan het heideterrein toevoegen, want verscheidene soorten zijn strikt beperkt tot deze vegetaties. Daarnaast zijn er verschillende met Veenmossen (Sphagnum soorten) geassocieerde paddenstoelsoorten. Ook op vochtige turfbodem en op min of meer kale, met algen begroeide bodem groeien enige kenmerkende soorten.
In het algemeen is continuïteit in het beheer van groot belang. Extra waardevolle elementen worden gevormd door vegetaties van levend hoogveen, grazige randzones van stuifzand, heide en veen, venige heidepaadjes, plekken met leemhoudende bodem, oeverzones van heidevennen, open boomgroepjes aan de rand van heide- en veengebieden, en open berken- of eikenbosjes. Het beheer van heide en veen zal zich in het algemeen niet direct op paddenstoelen richten, maar op instandhouding van het hele systeem. Hiervoor worden maatregelen als heidebegrazing en soms afplaggen gehanteerd. In venen gaat het vooral om herstel van de waterhuishouding. Voor paddenstoelen kan men het beheer optimaliseren door extra aandacht te schenken aan de bovengenoemde waardevolle elementen. Bij het uitvoeren van beheersmaatregelen zoals afplaggen is het goed op groeiplaatsen van bijzondere soorten te letten, zodat die gehandhaafd kunnen worden. Hiervoor is het belangrijk om kennis van deze bijzonderheden te verzamelen, om er rekening mee te kunnen houden.
In vergraste heide is Pijpenstrootje (Molinia coerulea) of Bochtige smele (Deschampsia flexuosa) dominant. Vergraste heide is arm aan paddenstoelen. De soorten die er groeien zijn doorgaans algemene soorten die in allerlei zure (grasland)terreinen aanwezig zijn. Beheersmaatregelen zijn er in het algemeen op gericht om de vergrassing tegen te gaan, bijvoorbeeld relatief intensieve begrazing in grote terreinen of plaggen in kleinere gebieden. Frequent plaggen kan noodzakelijk zijn om vergrassen tegen te gaan, maar grootschalig plaggen lijkt voor de paddenstoelen niet gunstig te zijn. Als de mogelijkheid bestaat, is het verhogen van de waterstand in vochtige gebieden een veelbelovende maatregel. Hoewel deze maatregelen zijn ontwikkeld om de flora te herstellen, zijn ze ook voor het ontwikkelen van mycologische waarden aan te raden.
Bron
Peter-Jan Keizer (Mycologen.nl) en Ruben Walleyn (Inbo.be)