Om de uitstoot van schadelijke stoffen van houtverbranding te reduceren kan je brongericht werken en end-of-pipe oplossingen installeren.
De brongerichte aanpak bestaat uit een moderne houtkachel, juist stoken, proper droog hout gebruiken en een goed rookkanaal.
De end-of-pipe oplossingen komen na de verbranding. Ze proberen de schadelijke stoffen te vangen voordat ze de schouw verlaten zodat deze niet in de lucht komen. Want zelf met een moderne kachel waarin je goed stookt komen er ongezonde stoffen in de lucht.
Een in andere landen veel gebruikte en commercieel beschikbare end-of-pipe technologie is de fijnstoffilter. Deze fijnstoffilter wordt op de schouw geïnstalleerd en bestaat uit een elektrode die elektronen produceert. Deze elektronen hechten zich aan de roetdeeltjes welke tegen de wand van de schouw gaan plakken. Bij het jaarlijks kuisen van de schouw worden ze mee verwijderd.
Het systeem werkt maar de behaalde reductie is sterk afhankelijk van de verbrandingsomstandigheden en de gebruikte kachel. Er wordt momententeel onderzoek gedaan naar hoe goed deze filters werken. Want bij langdurig stoken of bij piekbelasting kunnen de elektrodes overbelast geraken. Hierdoor gaat de filter slechter of niet meer werken. Men moet de elektrodes dan kuisen wat de onderhoudskosten doet stijgen. Een praktijkvoorbeeld vind je op de website van ecobouwers. (opent nieuw venster)
Een tweede end-of-pipe methode bestaat erin katalysatoren te incorporeren na de verbrandingskamer. Op deze manier worden vooral de uitstoot van CO en organische stoffen verminderd en minder die van fijn stof. Ook hier zijn schommelingen in efficiëntie te zien. Bovendien bestaat in sommige gevallen het risico op vorming van schadelijke bijproducten.