Waarom beheren? (natuurmanagement traject)

Waarom beheren?

Bossen actief beheren of niet is een maatschappelijke keuze. Waar het natuurlijk proces belangrijker wordt geacht dan het einddoel, kan men opteren om niets te doen. Men noemt dit dan een nulbeheer. In de bossen met als statuut ‘bosreservaat’ in Vlaanderen geldt een nulbeheer, tenzij in specifieke gevallen waar er wel éénmalige inrichtingsmaatregelen getroffen worden. Hier is men dus vooral geïnteresseerd in hoe het bos zal evolueren. Indien het einddoel, meestal gekoppeld aan een tijdstip, wel van belang is, zal men actief moeten ingrijpen. Bossen leveren immers zelden de producten die wij willen op het moment dat wij willen. Hoe we ingrijpen hangt af van de doelstellingen. Om doelstellingen voor een bos te bepalen, kan men best een visie hebben op het grotere geheel, zowel in tijd als in ruimte: hoe interageert het bos met de omgeving?, wanneer heeft men bepaalde producten nodig?, hoe zorg ik ervoor dat ik en mijn kleinkinderen blijvend (brand)hout kunnen kappen in dit bos? etc. Er bestaan uiteraard verschillende visies rond bosbeheer. In 2001 publiceerde ANB de ‘beheervisie in openbare bossen’(opent nieuw venster), een document waarbij duurzaam en multifunctioneel bosbeheer vooropgesteld wordt dat ook een goede leidraad vormt voor privé-boseigenaars. Om een visie in de praktijk te brengen, moet men concrete doelstellingen uitwerken, afgestemd op het bos in kwestie. Bij bosbeheer moet men kunnen langetermijndenken, we spreken dan over 100 tot honderden jaren vooruit denken. Dit wil zeggen dat zowel de actuele behoeften binnen onze levensduur van belang zijn, als de behoeften van toekomstige generaties. De behoeften van de bosgebruikers in de toekomst kent men nu niet, cruciaal is dus om de potenties van het bos niet te hypothekeren voor toekomstige generaties. De actuele behoeften zijn doorheen de geschiedenis verandert; waar vroeger producten uit het bos van levensbelang waren, legt men de laatste jaren meer en meer de klemtoon op de belevingswaarde. Elk bos is echter beperkt in grootte en om multifunctionaliteit te bereiken, zal men keuzes moeten maken in de doelstellingen. Voor sommige delen van het bos kunnen vb 2 of meer functies gecombineerd worden, terwijl in andere delen eerder 1 specifiek doel aangeraden zal zijn. Eens de doelstellingen geformuleerd zijn, kan men er maatregelen aan koppelen. Tot slot zal er via monitoring nagegaan worden of de doelstellingen bereikt zijn. We krijgen dus volgende logische volgorde van stappen bij de opmaak van een bosbeheerplan: 1. Inventarisatie 2. Doelstellingen 3. Maatregelen 4. Monitoring
Om praktisch te werk te gaan deelt men het bos in in bestanden. Een bosbestand is een terreineenheid van beheer. Een perceel daarentegen wordt op terrein begrensd door zichtbare fysische grenzen: een weg, een greppel, een talud, etc. Eén perceel (vb perceel 5) kan dus meerdere bestanden bevatten (vb. bestanden 5a, 5b en 5c).
Voorbeeld bestandskaart van Aalmoezeneiebos (usernet)
Oefening: Probeer voor de foto’s bovenaan de pagina een beschrijving van het bestand te geven en bepaal concrete doelstellingen.