Waar de overgrote meerderheid van alle saprotrofe paddenstoelen en zwammen voornamelijk enzymen en zuren aanmaakt om dood hout mee te recycelen, produceren paddenstoelen en zwammen als de grijze buisjeszwam (Bjerkandere adusta), de gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare) en de helmmycena (Mycena galericulata) organohalogenen of polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) om dood hout mee te modificeren en af te breken. De grijze buisjeszwam kan daarbij tot vijftien maal hogere AOX-waardes (adsorbeerbare organische halogeenverbindingen) in het hout bereiken dan voor het aanbieden en de verwerking van chemisch afval is toegestaan.
De saprotrofe witte bultzwam (Trametes gibbosa) veroorzaakt witrot van het kernhout. Hij kom vaak voor op grote snoeiwonden van staande loofbomen en elders aan de stam van staande en liggende loofbomen. Bij beuken parasiteert de witte bultzwam op de saprotrofe grijze buisjeszwam (Bjerkandera adusta). De grijze buisjeszwam breekt het kernhout met organohalogenen (PAK’s) af, waarna de witte bultzwam het afbraakproces met enzymen voortzet. Uiteindelijk ontstaat er een type witrot dat wordt gekenmerkt door een brokkelige, zachte structuur van het afgebroken hout, dat zijn samenhang verliest en in sponzige deeltjes uiteenvalt. Als de opeenvolgende houtafbraak door beide zwammen in een snoeiwond plaatsvindt, kan bij beuken stam- of kroonbreuk optreden.