Boswilg is in hoofdzaak een pionierssoort die, ondanks de naam, meer voorkomt op verlaten akkers, kanaaloevers, breuksteenbestortingen van rivieren, opgespoten terreinen en bosranden dan in goed ontwikkeld bos. De oudere benaming 'waterwilg' is dan ook, hoewel evenmin helemaal overtuigend, iets toepasselijker dan de huidige officiële naam. Boswilg staat zelden op plaatsen die vaak overstromen. In het zoetwatergetijdengebied bijvoorbeeld wordt hij nooit op het slik of het schor aangetroffen, maar wel een stuk hoger op de dijken.
Blad: Verspreide bladstand, 6 tot 10 cm lang, elliptische vorm, de punt van het blad is doorgaans wat scheef afgebogen. Bovenzijde is donkergroen en kaal, onderzijde is blijvend grijsviltig behaard met uitgesproken nervatuur. De bladrand is licht gegolfd en gaaf. Steunblaadjes zijn halfhartvormig, meestal groot.
Bloeiwijze: Hij bloeit voor het uitlopen van de bladeren in maart-april met dikke, gele, geurende mannelijke katjes, en slanke, groene vrouwelijke katjes op de vrouwelijke planten. Hij is een zeer vroege bloeier.
Vrucht: Doosvrucht met zeer kleine zaadjes voorzien van een haarkuif.
Twijgen en knoppen: Knopschub kort behaard, kaal wordend.
Schors: Vaak met ruitvormige openingen.
De Boswilg kan als boom ongeveer 10 meter hoog worden, maar is meestal struikvormig.
Boswilg komt voor in de koude en gematigde klimaatzones van Europa en Azië. In Europa komt de soort nagenoeg overal voor, maar is ze iets zeldzamer in delen van het Middellandse- Zeegebied. In België komt ze heel algemeen verspreid voor.
In Vlaanderen is boswilg globaal uiterst algemeen. De detailverspreiding toont echter enkele merkwaardigheden. Boswilg is het algemeenst in de Kempen, de Leemstreek en de Maasvallei; iets minder frequent in de Zand- en Zandleemstreek (vooral in het noorden van Oost-Vlaanderen), en nog iets minder in de Polders en de Duinen. Net zoals bij veel andere wilgen merken we ook bij boswilg een sterk stijgend aantal waarnemingen tijdens de tweede karteerperiode. Vermoedelijk is een toegenomen aandacht voor wilgen hiervoor mee verantwoordelijk. Toch zijn er meer argumenten voor een reële toename dan bij veel andere wilgen. Boswilg is immers een typische pionier van braakliggende terreinen, havengebieden, stedelijke milieus enz.: standplaatsen die toenemen in het hedendaagse landschap. Boswilg is vaak moeilijk te onderscheiden van de kruising boswilg x grauwe wilg (Salix x reichardtii). Er zou een continue reeks van terugkruisingen in de beide richtingen mogelijk zijn. Volgens sommige auteurs (MEIKLE 1984) zou in Engeland de kruising algemener zijn dan de zuivere boswilg. In Vlaanderen is dat niet onze indruk.
Deze pagina werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van het LIFE-programma van de EU(opent nieuw venster) in het kader van het LIFE BNIP-project(opent nieuw venster).
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.