- geelbruine tot roodachtige kern - verspreidporig hout - lage duurzaamheid, verrot snel
vormt veel wortelopslag
- variabele gevoeligheid voor bacteriekanker (Xanthomonas populi): veroorzaakt bastkanker, wat tot het afsterven van takken of zelfs de hele boom kan leiden - wilgenhoutrups (Cossus cossus): vooral bij bomen met schade aan de stamvoet (bv. maaischade)
ja, kan ook zeer goed als hakhout beheerd worden
- Populus alba 'Nivea': vooral in de jeugd opvallend witte twijgen en bladonderzijde - Populus alba 'Pyramidalis' (syn. 'Bolleana'): als jonge boom zuilvormig, later breed kegelvormig, zeer gevoelig voor bacteriekanker - Populus alba 'Raket': kruising tussen de soort en de cultivar 'Pyramidalis', breed kegelvormig, zeer gevoelig voor bacteriekanker
- grijze schors met zwarte ruitvormige putjes - blad variabel (handlobbig aan de langloten, meer eirond aan de kortloten), bovenzijde donkergroen, onderzijde opvallend witviltig - bladsteel bijna rond
geen literatuurgegevens beschikbaar voor deze parameter, dit is een benadering
geen literatuurgegevens beschikbaar voor deze parameter, dit is een benadering
15 - 20 m
vormt afhankelijk van de bodem zowel oppervlakkige als diepgaande wortels
vaak kromme stam en losse, grillige kroon, onregelmatige habitus
Van nature komt witte abeel voor in ooibossen langs de grote rivieren. De boom heeft een voorkeur voor neutrale tot kalkhoudende, voedselrijke, matig natte tot natte, zandige tot kleiige bodems. De soort verdraagt periodieke overstroming goed, maar kan evenzeer droge perioden in de zomer aan. Of de boom bij ons inheems is, is zeer de vraag: gewoonlijk neemt men aan van niet. Het is bekend dat in de zestiende eeuw de beide abeelsoorten onder meer in de valleizones voorkwamen en veel gekweekt werden, volgens DE L'OBEL (1581) de witte vooral in het westen van Vlaanderen en de grauwe over heel Vlaanderen (maar toch het meest in het oosten). De beide abelen verwilderen zeer gemakkelijk vanuit aanplantingen, met name in de Duinen. Over het algemeen neemt men aan dat het areaal van witte abeel zich uitstrekt over de gematigde delen van Europa en Azië: van Midden-Europa tot West-Siberië. In West-Europa zou de soort enkel als ingeburgerde soort voorkomen. Zuidwaarts reikt het areaal tot het Middellandse-Zeegebied, Noord-Afrika, Klein-Azië, Jordanië en de Himalaya. Het areaal van grauwe abeel zou volgens dezelfde auteurs min of meer samenvallen met dat van witte abeel en uiteraard ook gelinkt zijn aan dat van ratelpopulier, die een nog ruimere verspreiding heeft dan witte abeel.
Door de constante verwarring tussen de beide soorten is het onmogelijk een gedetailleerd beeld te geven van hun verspreiding in Vlaanderen. Globaal kunnen we stellen dat witte abeel in de Duinen algemeen verwilderd voorkomt en zeldzamer is in de rest van West-Vlaanderen. Meer sporadisch komt de soort ook voor langs de grote rivieren (bv. op aanpalende opgespoten terreinen en tussen oeverbestorting). Hoe oostelijker in Vlaanderen, hoe minder waarnemingen er zijn. Grauwe abeel is in heel Vlaanderen vrij algemeen op valleibodems. In de Duinen is de soort dan weer zeldzamer dan witte abeel. Het verspreidingsbeeld lijkt in grote lijnen nog altijd overeen te stemmen met dat in de zestiende eeuw.
grijsgroene schors met ruitvormige putjes, lijkt op spijkerschrift
- tweehuizig (aparte mannelijke en vrouwelijke bomen) - grijs behaarde katjes
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.