Zwarte populier is een soort die veel lijkt op de veel bekendere Canadapopulier. Wat logisch is want de Canadapopulier is een kruising tussen de Zwarte populier en de Noord-Amerikaanse soort Populus deltoides. Sommige van deze kruisingen werden teruggekruist en daardoor zijn er Canadapopulieren die zeer veel gemeenschappelijk hebben met Zwarte populier. De Zwarte populier kan je herkennen aan zijn ruitvormig blad zonder klieren aan de bladvoet. De twijgen van Zwarte populier zijn eerder rond. Bij de Canadapopulieren zijn de twijgen meestal hoekig en zijn er soms één of twee klieren aanwezig aan de bladvoet. De baldvorm van Canadapopulier is eerder driehoekig maar kan ook wat ruitvormig zijn.
Naast de zeer zeldzame inheemse Zwarte populier zijnde Populus nigra var. nigra wordt er bij ons vaak de Italiaanse populier aangeplant. Dit is de Populus nigra var. italica. Deze soort is te herkennen aan zijn opgerichte takken en smalle cilindervormige kroon.
De Zwarte populier is onze zeldzaamste inheemse boomsoort. Alle natuurlijke groeiplaatsen van deze boomsoort waren verdwenen. Om de soort te redden werd een herintroductieprogramma opgezet door het inbo(opent nieuw venster). Door het herstellen van de rivierdynamiek langs de Grensmaas kunnen er zich langs de Maas terug natuurlijke groeiplaatsen ontwikkelen. De aanplantingen gebeurden vooral op de locaties Negenoord en Groeskens in Dilsen-Stokkem. Vanuit deze aanplant vestigen zich nu nieuwe jonge Zwarte populieren.
De Zwarte populier is een typische soort van zachthoutooibossen (wilgenvloedbossen) en hardhoutooibossen. Ooibossen zijn bossen die voorkomen langs dynamische rivieren en geregeld overstromen. Echter alle natuurlijk populaties langs onze grote rivieren zijn verdwenen er staan alleen hier en daar nog enkele geïsoleerde bomen. De natuurlijke standplaats van deze soort waren onze grote rivieren zoals de IJzer, de Schelde, de Dijle en de Maas.
Een zwarte populier is niet altijd makkelijk te onderscheiden van een Canadapopulier. Vooral het onderscheid met de Canadapopulieren “Marilandica” en “Serotina” die voor 75 % bestaan uit genetisch materiaal van een zuivere zwarte populier, is moeilijk te maken. Bij Canadapopulier zijn de twijgen meestal hoekig, gegroefd en bezet met lijsten terwijl deze van de zwarte populier eerder rond zijn. Het blad van een zwarte populier is ruitvormig, dat van een Canadapopulier is driehoekig tot ruitvormig. Aan de bladvoet zijn er twee klieren aanwezig bij de Canadapopulier. Deze klieren zijn niet aanwezig bij de zwarte populier. Bij de zwarte populier komen de twee onderste zijnerven samen met de hoofdnerf aan de bladsteel onderaan de bladvoet. Bij de Canadapopulier is er nog een kleine ruimte tussen de plaats waar de bladsteel samenkomt met de bladvoet en de eerste zijnerven. In tegenstelling tot zwarte populier, wordt Canadapopulier zelden aangetast door galvormende bladluizen. De aanwezigheid van gallen aan de bladsteel is dus vooral een kenmerk van zwarte populier. De cultuurvariëteit Populus nigra cv. Italica of kaarspopulier is te herkennen aan de smalle (fastigiate) kroonvorm. De kaarspopulier is een zuivere zwarte populier, waarschijnlijk een mutant van een zwarte populier afkomstig van de Balkan regio.
30 m
Zwarte populier komt van nature voor in de ooibossen langs de grote rivieren. Het is een boomsoort met een voorkeur voor zwak zure tot neutrale, voedselrijke, natte, zandige tot kleiige of riviergrindbevattende bodems. Ze verdraagt zeer goed periodieke overstroming, op voorwaarde dat de grond voldoende los en zuurstofrijk blijft. Men neemt aan dat de mens haar gaandeweg vanaf de 18de eeuw zo goed als helemaal heeft verdrongen uit haar natuurlijke valleihabitat door de opkomst van de Canadapopulieren (hybriden met zijn Amerikaanse verwant Populus deltoides). Ook de 16de-eeuwse botanisten getuigen over haar talrijk voorkomen. Zwarte populier werd vroeger zeer veel aangeplant langs wegen, perceelsranden en in valleibossen. Zwarte populier heeft een groot verbreidingsgebied over heel Europa en komt ook voor in Noord-Afrika en Centraal- en West- Azië. Het strekt zich uit van het Middellandse-Zeegebied in het zuiden tot ongeveer 64° noorderbreedte, en van de Britse eilanden in het westen tot Kazakstan en China in het oosten. Een groot deel van het Midden-Oosten en de Kaukasus behoren ook tot het natuurlijke verbreidingsgebied.
Er is geen vergelijking mogelijk met de eerste karteerperiode, aangezien de soort toen niet in kaart werd gebracht. Over de betrouwbaarheid van de huidige kartering bestaan vraagtekens, gezien er verwarring mogelijk is met var. marilandica van de Canadese populier enerzijds en anderzijds ook met verwilderde Italiaanse populier. Het is evenwel zeker dat de soort uiterst zeldzaam is. Natuurlijke populaties zijn in Vlaanderen volledig verdwenen. Langs de grote rivieren zijn wel nog oude individuele exemplaren teruggevonden. De Maasvallei herbergt nog de meeste relictindividuen. Het herstel van de natuurlijke dynamiek van de Grensmaas biedt nieuwe vestigingsplaatsen en kansen tot herstel voor zwarte populier. Zwarte populier komt nu nog het meest voor als geplante knotboom, wat hoger op de flanken van de riviervalleien en hier en daar op perceelsgrenzen van weilanden. Vaak blijken tientallen bomen genetisch identiek, wat zeer sterk op klonale vermeerdering wijst. De genetische variatie op schaal Vlaanderen is dus zeer beperkt.
Daardoor zijn de overlevingskansen van de soort heel erg laag. Natuurlijke populaties zijn volledig verdwenen; de soort komt enkel nog voor onder vorm van verspreide, geïsoleerde en meestal oude exemplaren. Verjonging via zaad wordt zelden waargenomen. Indien er toch jonge zaailingen gevonden worden in de buurt van een zwarte populier, zijn die meestal het resultaat van een kruising met de Canadapopulier. Dit komt omdat er veel meer pollen in de lucht aanwezig zijn van de Canadapopulier dan van de zwarte populier. Met de genetische diversiteit van de zwarte populier is het helemaal slecht gesteld. Genetisch onderzoek uitgevoerd aan het INBO van een 400-tal oude Belgische zwarte populieren wees uit dat er maar een handvol genetisch verschillende exemplaren aanwezig waren. De meeste zwarte populieren zijn te vinden in de IJzervallei (in de omgeving van Poperinge, Diksmuide en Veurne). Daar komen er nog enkele honderden voor. Ze zijn allen vrouwelijk en vertegenwoordigen echter maar drie genetisch verschillende exemplaren of klonen. In de Denderstreek komen ook nog enkele tientallen zwarte populieren voor (in de omgeving Lessen en Ath). Verder zijn er nog enkele exemplaren te vinden in de Scheldevallei en de Maasvallei. De zeer geringe genetische diversiteit, het uitblijven van verjonging via zaad en de hoge ouderdom van de resterende individuen maken dat de zwarte populier waarschijnlijk zal uitsterven in Vlaanderen wanneer geen acties worden ondernomen.
- geschikt voor alle bodemtypes - indien voldoende water aanwezig, groeit de boom goed op zowel arme grind en zandgrond als rijkere klei en leembodems
voorkeur voor vochtige bodems
kalkrijke bodems worden zeer goed verdragen
verdraagt geen verharding
Deze pagina werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van het LIFE-programma van de EU(opent nieuw venster) in het kader van het LIFE BNIP-project(opent nieuw venster).
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.