Situering
De motormanuele exploitatie omvat het vellen en opwerken (onttakken, eventueel doorkorten in sortimenten) met de motorzaag of kettingzaag. Hierbij worden specifieke handgereedschappen gebruikt: velwiggen of velhevel, kliefbijl- of hamer, kantelhaak, meetlint. Het werken met de motorzaag wordt in de bosbouw beschouwd als ‘handwerk’.
Het ruimen van het hout gebeurt dikwijls op een later tijdstip, meestal als langhout. Het aanhouden van de voorziene velrichting is heel belangrijk om het uitslepen niet te bemoeilijken.
Met de motorzaag kunnen normaal recht gegroeide bomen preciezer in een bepaalde richting geveld worden dan bij gemechaniseerde houtoogst. Dat komt omdat de inschatting van de velrichting nauwkeuriger kan gebeuren door een houthakker bij de boom en dankzij de werking van de valkerf en de breuklijst. Bij schuin hangende bomen ligt dat soms anders, omdat handkracht dan vaak niet volstaat om de boom in de gewenste richting te doen vallen.
Werkwijze bij de klassieke motormanuele exploitatie
Productiviteit
Factoren die een invloed hebben op de productiviteit bij motormanueel werk zijn:
- Gemiddeld boomvolume
- Nodige inspanning om de bomen ten val te brengen
- Betakking
- Terreingesteldheid (bv. helling, ondergroei, bramen)
- Graad van opwerken, houtsoort, groeivorm,…