Schade aan de nevenetage
Bij de oogst van kaprijpe bomen in ongelijkvormige bestanden, moet de bosbeheerder bij het markeren van de kapping rekening houden met het valtraject van de grote bomen. Het kan dan nodig zijn om ook...
Bij een kaalkap is deze schadevorm niet relevant. Bij selectieve kappingen is het meestal onvermijdelijk dat enkele percenten van de blijvende bomen beschadigd worden: uitgebroken zware takken, schorsschade of ontworteling. In de praktijk wordt vooral aandacht geschonken aan schorsschade. Bomen zijn hiervoor het meest gevoelig bij het hernemen van de sapstroom in de lente.
Schorsschade kan een ernstige waardevermindering van het hout veroorzaken, zeker bij zware beschadiging aan de onderstam van toekomstbomen. Bij houtverkoop op stam worden soms boeteclausules i.v.m. schorsschade voorzien. Systemen waarbij de waardedragers duidelijk gemarkeerd zijn (bv. toekomstboommethode, QD-methode) scheppen duidelijkheid over hoe relevant beschadigingen zijn.
Er wordt onderscheid gemaakt in de oorzaken van de schade: