Toekomstbomen worden met blauw gemarkeerd en geschalmde bomen worden geveld bij de bosexploitatie. Naast markeringen met de bijl wordt steeds vaker bosmarkeerverf gebruikt om kappingen aan te duiden.
Dan zijn er nog een aantal merktekens die de exploitatie in goede banen moeten leiden: verticale strepen op de vaste ruimingspistes, dubbele lijnen als randmarkering en enkele letters.
Op het eerste zicht misschien een hele kleurboek, maar deze set van standaard merktekens is logisch uitgewerkt en zorgt ervoor dat de uitvoerders in één oogopslag weten wat de beheerder bedoelt. Het is aangewezen om deze verfmarkeringen consequent te gebruiken als bosbeheerder. Dat spaart een hoop verwarring voor exploitanten die in verschillende bossen aan de slag gaan!
Hier vind je een overzicht van de voornaamste markeringen bij bosbeheer en -exploitatie.
Bomen die moeten geveld worden
Bomen die niet mogen geveld worden
Overzicht van verfmarkeringen
Onderstaand schema geeft een overzicht van de voornaamste verfmarkeringen bij bosexploitatie, met de nadruk op de marktekens die gebruikt worden om vaste ruimingspistes uit te zetten.Praktische tips voor het aanbrengen van verfmarkeringen
Toekomstbomen, dunning of eindkap
De blauwe verf voor toekomstbomen is best van een extra duurzame soort, waarbij de fabrikant een zichtbaarheid van 3-4 jaar garandeert. In bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld beheerdoelstelling kwaliteitshout, veel onderbegroeiing, sparen van nevenetage is een blauwe ring rondom de volledige boomstam te verkiezen boven blauwe stippen.
Bij het aanbrengen van oranje verf op te kappen bomen, moet je er voor zorgen dat de markering van alle kanten goed zichtbaar is. Wees niet te zuinig op de verf, want doorgaans moet de markering meer dan 1,5 jaar zichtbaar blijven. Voor bomen tot ongeveer 100 cm omtrek volstaan twee strepen, voor dikkere bomen zet je best een streep extra per bijkomende halve meter omtrek. Een veel voorkomende fout is twee schuine strepen vanuit één positie te willen zetten, dan krijg je een soort V aan de ene kant van de boom en geen markering aan de andere kant. Om dit te vermijden, moet je je rond de boom verplaatsen als je schuine oranje strepen zet. Een andere fout is om de strepen te verticaal te zetten, waardoor verwarring met de ruimingspistes kan ontstaan. Dit voorkom je door de strepen altijd 45° schuin te zetten.
Vaste ruimingspistes
Elke boom die óp de ruimingspiste staat, en die dus moet geveld worden om doorgang te verlenen voor exploitatiemachines, krijgt een verfmarkering in oranje of rood.
De hoofdletter I aan de ingang van een ruimingspiste, dus op de eerste boom naast de bosweg, maakt de bestandsontsluiting overzichtelijker. Maak de I ongeveer 30 cm hoog en spuit de verf goed dik, zeker als er veel onderbegroeiing is. Dat helpt de machinist die in veel gevallen van op de bosweg komt aanrijden met een harvester, om vlot de ingang van de ruimingspiste te vinden. Maak er een goede gewoonte van om deze markering tweezijdig aan te brengen. Zo kan je je zelf beter oriënteren bij het uitzetten van de pistes en is alles 100% duidelijk bij ruimingspistes die in lussen of tussen twee boswegen lopen.
De verticale verfstrepen op bomen die op de ruimingspiste staan, worden steeds op de voorkant én op de achterkant van de boom gezet, gezien vanuit de rijzichting van de machine. Eventueel wordt op de zijkant een kleine verfstip gezet om de oriëntatie tijdens het uitzetten van de ruimingspistes te vergemakkelijken. De verticale strepen moeten minstens 30 cm lang zijn.
De hoofdletter T dient om aan te geven dat exploitatiemachines niet verder dan dat punt mogen rijden. De kleur heeft verband met de wenselijkheid om de gemarkeerde boom al dan niet af te zagen: oranje als de laatste boom op de piste nog geveld moet worden, blauw of wit als hij moet blijven staan. De T moet 20 à 30 cm hoog zijn.
Randmarkeringen worden dwars op de rijrichting van de ruimingspiste gezet en dat bij voorkeur elke 10 à 15 m. De dubbele lijn voorkomt elke mogelijke verwarring met andere verfmarkeringen. Afhankelijk van de zichtbaarheid in het bestand, maak je deze markering 20 à 30 cm lang. De standaard kleur voor een randmarkering is blauw en als alternatief wordt ook wel eens wit gebruikt. Dit merkteken is vooral informatief: "de rand van de ruimingspiste is hier". Als er bijkomend ook twee oranje schuine strepen op de boom staan, zal die geveld worden.