Er bestaan binnen de Biologische Waarderingskaart meerdere karteringseenheden om de (gedeeltelijk) bebouwde terreinen in kaart te brengen. Algemeen gesteld staat ua voor ‘minder dichte bebouwing’. Hiermee worden huizen met tuinen bedoeld. Dit kan zowel een open bebouwing betreffen, zoals die in villawijken wordt aangetroffen, als een langs de straatzijde aaneengesloten bebouwing maar met grote tuinen daarachter. Ook dorpskernen zijn meestal als ua gekarteerd. Dichtbebouwd gebied, zoals dat ondermeer aanwezig is in stadskernen, is weergegeven als ‘dichte bebouwing’ (ud). In principe omvat deze eenheid aaneengesloten bebouwing zonder of met overwegend kleine tuinen, die zelden of nooit vanop de straatzijde te zien zijn. ‘Bebouwing in agrarische omgeving’ (ur) is gebruikt om verspreide woonhuizen in landelijke gebieden aan te duiden. Ook (vrijstaande) hoeves, zonder dat hieraan per definitie nog landbouwgebruik gekoppeld is, worden met deze eenheid benoemd.