Bouwen aan groenexpertise

tiny forest

In tien jaar tijd een volwassen vogelbosje

Definitie:

Stel ik heb maar een paar honderd vierkante meter ter beschikking. Kan ik dan toch iets zinvols doen ? Jazeker! Alleen moet je de dimensies van je bomen (en je verwachtingen) aanpassen aan de beschikbare ruimte. In dit geval is het niet zo’n goed idee om boomsoorten te planten die na verloop van tijd uitgroeien tot zeer grote bomen. Van die soorten moet je er maar één of twee voorzien, maar ga vooral voor bloeiende en besdragende inheemse struiken : ideaal voor vlinders, bijen en vogels. Heel belangrijk voor de biodiversiteit en toch ook met een bescheiden bijdrage aan het klimaat.

De mini-bossen brengen grote voordelen met zich mee. Want Tiny Forests stimuleren de biodiversiteit. Daarnaast kan zo’n Tiny Forest een wijk klimaat-bestendiger maken. Zo vangen de bossen veel regenwater op bij extreme weersomstandigheden, houden ze water vast tijdens droogte, zuiveren ze de lucht en gaan ze hittestress tegen.

En tot slot wordt bij de realisatie van een Tiny Forest veel belang gehecht aan de participatie van lokale burgers, scholen en overheden. Buurtbewoners en kinderen onderhouden samen het Tiny Forest.

Uitgebreid:

Postzegelbosjes heb je in allerlei vormen en soorten. De term 'Tiny forests' sloeg oorspronkelijk op één heel specifieke invulling van het concept (zie hieronder), maar de term wordt ondertussen voor alle vormen van kleine bosjes gebruikt. Zo is er in Nederland een campagne rond 'Tuiny forests' (https://www.ivn.nl/tuiny-forest(opent nieuw venster)): een boom- en struikpakket dat je zelfs in een kleine voortuin kwijt kan.

De Tiny Forests zijn een idee van de Indiase ingenieur Shubhendu Sharma. Daan Bleichrodt van het IVN, Instituut voor Natuureducatie, haalde de methode naar Nederland en legde in 2015 de eerste kleine wildernis aan in Zaandam. Sindsdien gaat het snel. Tegen 2021 willen ze 100 kleine bosjes planten. De eerste Vlaamse variant komt in Oudenaarde.

De methode van Sharma start met de bodem. De ideale bosbodem is voldoende poreus, houdt veel water vast en bevat genoeg voedingsstoffen. Na testen wordt de stedelijke bodem bewerkt en verrijkt met plantaardig materiaal zoals compost. Daarna wordt er een selectie gemaakt van ongeveer veertig inheemse plantensoorten. De bomen zijn dicht op elkaar geplaatst: er worden in Nederland 3 boompjes per vierkante meter geplant. Deze boompjes groeien in vier lagen, struiklaag, sub-boomlaag, boomlaag en toplaag.