Ook buiten de beschermde gebieden (VEN, SBZ, reservaten) komt heel wat natuur voor. Om deze natuur ook te beschermen, heeft de overheid regels uitgewerkt voor het geval natuur en natuurelementen gewijzigd wordt buiten de beschermde gebieden. Het is een complexe regeling geworden maar het komt er op neer dat het wijzigen van vegetaties en/of kleine landschapselementen (KLE’s) ofwel verboden, ofwel vergunningsplichtig ('de omgevingsvergunning voor het wijzigen van vegetaties') is, of gewoon de zorgplicht moet toegepast worden (niet verboden, niet vergunningsplichtig).
De regelgeving is terug te vinden in het BVR van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het Decreet van 21 oktober 1997 (…) waarvan het hoofdstuk over de wijzigingen volledig herschreven is in 2009. Hierbij werden een aantal 'vereenvoudigen' doorgevoerd. Omzendbrief LNW/98/01 beschrijft de complexe materie in detail.
Let wel op:
- alle aspecten met betrekking tot bossen wordt nog steeds geregeld door het Bosdecreet. Vegetatiewijziging in bossen wordt dus geregeld via de machtiging van het ANB en leidt tot een vrijstelling van de omgevingsvergunningsplicht voor het wijzigen van vegetaties. Dit klopt voor zover het niet over een ontbossing gaat. Is er voor een bepaalde activiteit die een vegetatiewijziging inhoudt een machtiging nodig dan wordt de vegetatiewijziging mee vergund via de machtiging. Ontbossen is evenwel een activiteit die niet via machtiging geregeld wordt (zie eerder). De procedure rond ontbossing is zeer specifiek: ze wordt vanuit het Bosdecreet gekoppeld wordt aan de VCRO (codex ruimtelijke ordening). Ontbossing houdt ook een vegetatiewijziging in en zal dus in bepaalde gevallen (in die zones waar de omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen speelt) ook vergunningsplichtig zijn. Bij ontbossen moet dus zowel de bepalingen uit de VCRO, het Bosdecreet als Natuurdecreet (vegetatiewijzigingen) gerespecteerd worden.
- Daarbovenop komt dat in VEN het wijzigen van vegetaties en KLE’s principieel verboden is tenzij een individuele ontheffing bekomen werd. Onvermijdbare en onherstelbare schade kan niet in VEN (verscherpte natuurtoets).
- en in SBZ geldt de omgevingsvergunningsplicht voor wijzigen van vegetaties maar moet ook nagegaan worden of de activiteit/handeling geen betekenisvolle aantasting van de natuurwaarde van de SBZ kan veroorzaken.
In de praktijk doorloop je best volgende vragenlijst om een antwoord te vinden op de vraag of de wijziging verboden dan wel vergunningsplichtig is of dat ze gewoon uitgevoerd mag worden rekening houdend met de zorgplicht:
- Gaat het om KLE of vegetatie? -> Check in de omzendbrief LNW/98/001
- Is er sprake van een vrijstelling van het verbod of de vergunningsplicht? 'Ja' -> wijzigen maar (rekening houdend met de zorgplicht)!
- 'Neen' (dus geen vrijstelling op het verbod of de vergunningsplicht) -> is er sprake van een verbod? -> check de verboden in de omzendbrief en check of de handeling plaats vindt in VEN. 'Ja' -> het wijzigen is verboden (tenzij je een afwijking/ontheffing krijgt)!
- 'Neen' (het is niet verboden en er was ook al geen vrijstelling) -> situeert de handeling zich in een zone waar de vergunningsplicht geldt? -> Check de zones waar de vergunning speelt. Indien niet gelegen in een vergunningsplichtige zone: geen vergunning nodig, dus wijzigen maar (rekening houdend met de zorgplicht)!
- Indien wel: is het een vergunningsplichtige wijziging? -> check in de omzendbrief. 'Neen' -> geen vergunning nodig / 'Ja' -> omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen aanvragen!
Volgende tabel is handig en vat alles samen: kruistabel vegetatiewijzigingen
Meer uitleg bij de verschillende vragen/stappen lees je hieronder.
Vegetatie of klein landschapselement?
Onder vegetatie wordt verstaan: de natuurlijke en halfnatuurlijke begroeiing met alle spontaan gevestigde kruid-, struweel- en bosbegroeiingen. Het abiotische milieu (het water, de bodem,…) waarin de vegetaties voorkomen, kan door de mens beïnvloed of gevormd worden. Het betreft zowel begroeiingen in het water als op het land. Ook bossen zijn vegetaties, onafhankelijk van het feit of de boomlaag is aangeplant of niet. Cultuurgewassen (maïs, aardappelen, bieten,...) behoren niet tot de natuur.
Voorbeelden van vegetaties zijn o.a. vennen, heiden, moerassen, schorren, slikken, duinvegetaties, niet recent omgeploegde en ingezaaide graslanden, loofbossen, houtachtige beplantingen, ruigtes.
Onder kleine landschapselementen (KLE) verstaan we: lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen, en die deel uitmaken van de natuur.
Zoals: bermen, bomen, bosjes, bronnen, dijken, graften, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, perceelrandbegroeiingen, sloten, struwelen, poelen, veedrinkputten en waterlopen.
Vrijstelling op het verbod en de vergunningsplicht?
De vrijstellingen van het verbod en de vergunningsplicht staan in detail beschreven in de omzendbrief.
In het kort komt het neer op een vrijstelling van het verbod en de vergunningsplicht voor:
- activiteiten op de huiskavel van een vergunde woning en/of vergund bedrijfsgebouw voor zover ze respectievelijk bewoond of in gebruik zijn binnen een straal van maximaal 100 m (wordt beperkt tot 50 m in de bestemmingen groen-, park-, buffer- en bosgebied);
- activiteiten die opgenomen zijn in een goedgekeurd (beheer)plan;
- activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een machtiging of goedkeuring in toepassing van Bosdecreet;
- activiteiten die tot het normaal onderhoud horen (beschreven in de code van goede natuurpraktijk in omzendbrief LNW/98/01)
Verboden te wijzigen vegetaties en kleine landschapselementen
In VEN is het wijzigen van vegetaties, meerjarige cultuurgewassen en kleine landschapselementen sowieso verboden, behoudens individuele ontheffing.
Elders zijn volgende wijzigingen verboden:
- holle wegen: overal
- graften: overal
- bronnen: overal
- vennen en heiden: overal
- moerassen en waterrijke gebieden: overal
- duinvegetaties: overal
- historisch permanent grasland en poelen: zijn verboden te wijzigen
- in de groene bestemmingen (groengebied, parkgebied, buffergebied, bosgebieden) op de bestemmingsplannen en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden;
- in beschermd cultuurhistorisch landschap;
- in SBZ Poldercomplex (BE2500932) en SBZ Het Zwin (BE2501033) als er voor die gebieden geen afwijkende instandhoudingsdoelstellingen (natuurdoelen) vastgesteld zijn die het wijzigen noodzakelijk maken;
- op de kaart opgemaakt door de Vlaamse regering. Het verbod geldt voor zover de HPG’s definitief zijn vastgesteld én gelegen zijn binnen een van de gebieden beschreven onder 1, 2 of 3.
Meer info over de bescherming van graslanden vind je in het infotraject wetgeving 'graslanden'.
Zones waar de vergunningsplicht geldt?
De zones waar de vergunningsplicht geldt, zijn verschillend voor vegetaties en voor KLE's.
Voor het wijzigen van vegetaties geldt de vergunningsplicht in de volgende zones:
- de groengebieden, de parkgebieden, de buffergebieden, de bosgebieden, de valleigebieden, de brongebieden, de agrarische gebieden met ecologisch belang, de agrarische gebieden met bijzondere waarde en de natuurontwikkelingsgebieden op de geldende bestemmingsplannen;
- de speciale beschermingszones;
- de Ramsar-watergebieden;
- de beschermde duingebieden.
In volgende zones geldt de vergunningsplicht voor het wijzigen van kleine landschapselementen:
- zelfde gebieden als voor het wijzigen van vegetaties
- agrarische gebieden
- de landschappelijk waardevolle agrarische gebieden (en vergelijkbare bestemmingsgebieden volgens plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen)
- het IVON
Vergunningsplichtige wijzigingen?
Welke wijzigingen onderworpen worden aan de vergunningsplicht is ook verschillend tussen vegetaties en kleine landschapselementen.
Volgende wijzigingen van vegetaties zijn vergunningsplichtig:
- het afbranden
- het vernietigen, beschadigen of doen afsterven van vegetatie met mechanische of chemische middelen;
- het aanplanten of rooien van bosjes op plaatsen met vegetatie;
- het wijzigen van reliëf;
- de nivellering van micro-reliëf;
- het wijzigen van de waterhuishouding door drainage, ontwatering, dichten;
- het wijzigen van het overstromingsregime van vegetatie.
- het wijzigen van historisch permanent grasland met inbegrip van het micro-reliëf:
- in valleigebieden, brongebieden, natuurontwikkelingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of agrarische gebieden met bijzondere waarde op de bestemmingsplannen en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden;
- in SBZ IJzervallei (BE 250083)
- in SBZs in uitvoering van de Habitatrichtlijn, in zoverre het desbetreffende type historisch permanent grasland binnen deze perimeters als habitat is aangemeld;
- op de kaart opgemaakt door de Vlaamse regering. De vergunningsplicht geldt voor zover de HPG’s definitief zijn vastgesteld én gelegen zijn binnen een van de gebieden beschreven onder 1, 2 of 3.
Volgende wijzigingen van kleine landschapselementen zijn vergunningsplichtig:
- het rooien of verwijderen en het beschadigen van: houtachtige beplantingen op bermen en taluds, houtachtige beplantingen langs waterlopen, dijken of taluds, heggen, hagen, houtkanten, houtwallen, bomenrijen, hoogstamboomgaarden;
- het afbranden en het vernietigen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van de vegetatie horende bij de kleine landschapselementen en van perceelsrandbegroeiingen en sloten;
- het uitgraven, verbreden, rechttrekken, dichten van stilstaande waters, poelen, waterlopen.
Test je kennis over wetgeving bij vegetatiewijzigingen of wijzigingen aan KLE's
Los de 10 vragen op. Je kan hierbij handig gebruik maken van de kruistabel.
Je kan de test ook meermaals spelen: er worden telkens andere vragen gesteld.
Veel succes!