Een eendenkooi is van oorsprong een plaats waar eenden werden gevangen voor consumptie. Ze bestaat uit een waterplas (de kooivijver) waarin enkele smalle sloten uitkomen en is meestal omgeven door bos (het kooibos). Kenmerkend is de H-vorm. Eén (of alle) sloten fungeerden als vangpijp. De vangpijp is boogvormig en wordt geleidelijk smaller en ondieper. Op het einde wordt ze overkoepeld of afgeschermd aan de kanten en eindigt ze in een fuik.