Wanneer exoten worden vastgesteld in het wild worden beheerders en beleidsmakers geconfronteerd met twee belangrijke vragen:
- In welke mate zijn de exoten invasief?
- Voor welke invasieve exoten en met welke methodes is het haalbaar om maatregelen te nemen?
De mate van invasiviteit wordt bepaald aan de hand van een risico analyse. Op Belgisch niveau worden deze risico analyses uitgevoerd onder de coördinatie van het Belgisch forum invasieve soorten(opent nieuw venster). Op basis van deze risico analyses worden exoten geklasseerd(opent nieuw venster) in functie van hun invasiestadium (met inclusie van introductie- en vestigingskansen) en mogelijke impact op biodiversiteit. Voor de tweede vraag, de mate van haalbaarheid om een soort aan te pakken, werd het haalbaarheidsprotocol ontwikkeld. Dit protocol beoogt om op verschillende schaalniveaus, gaande van niveau Vlaanderen over provinciaal en regionaal niveau tot specifiek gebiedsniveau, te kunnen evalueren in welke mate het voor de in het gebied aanwezige invasieve exoten zinvol en haalbaar is om bestrijdingsmaatregelen te nemen. Hierbij kunnen zowel verschillende doelstellingen (vb uitroeien of beheersen) als verschillende methodes binnen deze doelstellingen vergeleken worden voor soorten (vb uitroeien door afvangst of afschot). Zo wordt voor elke combinatie van bestrijdingsdoel, bestrijdingsmethode en te bestrijden soort een haalbaarheidsscore bekomen. Door die scores te vergelijken voor verschillende soorten, verschillende bestrijdingsdoelen en/of verschillende bestrijdingsmethodes, krijgt de beheerder of beleidsmaker een hulpmiddel om te bepalen voor welke soorten en via welke methodes het haalbaar is om actie te ondernemen.