Het boomsoorteigen ecosysteem: hol- en plakokselbewoners

We staan hier bij een beuk, waarvan een een plakoksel is uitgewaaid. Die plakoksel is ondermijnd door de dunne weerschijnzwam, en daarvan zien we boven in de boom niets meer, daar is die in eerste instantie ook met vruchtlichamen aanwezig geweest. Nu zijn er alleen nog een paar oude vruchtlichamen hier, op het op de grond liggende deel.

Een tweede soort die dit soort problemen veroorzaakt, is de goudvliesbundelzwam. Dat is een holbewoner, maar daarnaast ook een ondermijner van plakoksels. En als holbewoner zien we straks twee voorbeelden in twee verschillende beuken waar die door een ingang, waar die eerst naar binnen is gegaan, weer naar buiten is gekomen met vruchtlichamen.

Hier zien we een goudvliesbundelzwam die vanuit de wond waar die naar binnen gegaan is, weer naar buiten komt. Dat doen die goudvliesbundelzwammen altijd, ze zorgen er namelijk voor met toxines dat de wond zich niet sluiten kan, zodat ze een gegarandeerde uitgang overhouden.

Voor beide soorten geldt, dat als ze van buiten naar binnen via wonden binnenkomen, ze altijd hun vruchtlichamen aan de buitenkant laten zien. Bij plakoksels leiden ze een verborgen leven en komen ze pas tevoorschijn op het moment dat de plakoksel uitgebroken is.

Het boomsoorteigen ecosysteem - hol- en plakokselbewoners

Sommige zwammen leven binnenin holtes of plakoksels van bomen. Daar kunnen ze houtrot veroorzaken zonder dat ze zich ooit laten zien. Pas als de plakoksel uitgebroken is, toont de dader zijn gelaat. Door tijdens de Mycological Tree Assessment oog te hebben voor deze soorten en deze processen, kun je een betere boombeoordeling maken.

Aanvulling plakoksels: zie artikel KPB Duncan Slater (2023)