Gesteeld sterrekroos

In Vlaanderen is gesteeld sterrenkroos zeer zeldzaam. In de eerste Atlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) zijn, zonder periode-onderscheid, vier uurhokken voor Vlaanderen aangeduid (drie ervan in de Antwerpse Kempen). Ze zijn gebaseerd op herbariummateriaal (Nationale Plantentuin, Meise) dat door Schotsman in 1964 onderzocht werd. Drie van de vier vondsten hebben betrekking op waarnemingen uit de negentiende eeuw, waarbij aangegeven wordt dat de determinatie onzeker is. Dat geldt ook voor de enige vondst van na 1939 uit de eerste IFBL-karteerperiode (zie ook DUVIGNEAUD & SCHOTSMAN 1977). Recente waarnemingen worden slechts zeer gedeeltelijk door herbariummateriaal ondersteund en konden meestal niet op hun juistheid gecontroleerd worden. Omwille van de aangehaalde identificatieproblemen geeft de verspreidingskaart vermoedelijk een wat geflatteerd beeld. Bovendien lijdt ook voor deze soort het verspreidingsbeeld uit de eerste karteerperiode onder het toenmalig gebrek aan aandacht voor waterrijke gebieden. Het berekenen van de veranderingsindex was voor deze soort niet zinvol. De soort is beslist zeer zeldzaam. Het grootste aantal recente waarnemingen situeert zich in de Lage Kempen, vooral in het vijvergebied van Midden-Limburg in het overgangsgebied naar de Leemstreek, maar die vondsten wachten nog op bevestiging. Een beperktere kern vormen de IJzerbroeken in het zuidwesten van de Polders, waar tertiair zand nabij de vaak venige oppervlakte ligt. Ook de indicaties in verband met de fytogeografische betekenis van het verspreidingspatroon vragen nuancering: ze zijn ten dele schatplichtig aan onevenredig verdeelde inventarisatie-inspanningen. Daarom beperken we ons beter door te stellen dat gesteeld sterrenkroos een soort is van de zandgebieden. De aanwezigheid in de Polders bevestigt dat patroon: de soort komt alleen voor in de niet-zilte, zandige overgangsgebieden.