Hakselen

Vanuit de landbouw zijn gespecialiseerde machines ontwikkeld om gras en andere planten in kleine stukjes te hakken. Men noemt dit hakselen of verhakselen en de machines zijn hakselaars. In Vlaanderen zijn vooral de maïshakselaars bekend, maar maïs is eigenlijk gewoon een speciaal gebouwd gras. Hakselaars kunnen ook aangepast worden : voor afgemaaid gras dient er een opraper gemonteerd te worden en voor maïs een zogenaamde maïsbek. Ook korte omloop hout (KOH) kan bij het oogsten verhakseld worden tot chips.

Het hakselen van grasmaaisel is een extra bewerking en daarom ook een kost maar het biedt talrijke voordelen : - het volume bij transport en opslag wordt sterk gereduceerd - bij het inkuilen kan het materiaal veel beter aangedrukt worden, zodat er minder luchtzuurstof tussen blijft zitten en het inkuilingsproces vlotter verloopt - het product wordt beter handelbaar bij verdere bewerkingen zoals raffinage en vervezeling - De inhoudsstoffen in de plantencellen worden reeds deels ontsloten

Het hakselen kan gebeuren bij het oprapen van het maaisel te velde of achteraf op een betonnen ondergrond. Men zou kunnen stellen dat een klepelmaaier het maaisel afmaait en verhakselt in één beweging. Maar bij het klepelmaaien wordt gewoonlijk veel grond meegezogen en zijn de maaiende klepels in de regel bot. De scherpe messen in de grashakselaars leveren een veel mooier en properder product, met stukjes van bv. 4cm lengte.

Naast het echte hakselen bestaat ook het zogenaamde maaikneuzen. Daarbij wordt het maaisel opgeraapt en langs een rij messen geleid die het reeds grofweg in grote stukken snijden. Hierdoor wordt eveneens het volume verkleind, kan het sneller drogen, enz. Echte hakselaars werken echter fijner dan maaikneuzers.

Logo grasgoed