Bittere wilg is een soort van Europa (noordwaarts tot het noorden van Duitsland, Polen en de Baltische staten), gematigd Azië en Noord-Afrika. In België is bittere wilg het talrijkst in het zuiden van het land, vooral in de kalkrijkere regio's.
In Vlaanderen is bittere wilg zeldzaam. De soort komt alleen langs de Grensmaas tamelijk verspreid voor. Maar ook daar heeft minstens de helft van de waarnemingen op de oevers betrekking op cultuurvormen. De exemplaren op de kiezelbanken zijn meestal wilde exemplaren. In de rest van Vlaanderen is bittere wilg een zeldzaam taxon. Populaties met uitsluitend vrouwelijke exemplaren en de ondersoort purpurea verraden meestal cultuurvormen. Hier en daar wordt echter ook de ondersoort lambertiana aangetroffen. In de Duinen is bittere wilg meestal aangeplant en lokaal verwilderd. Zowel onder koning Leopold II (in het begin van de twintigste eeuw), als door de Administratie Waterwegen en Zeewezen (later in de twintigste eeuw) werden wilgen geplant als duinfixeerder. Voor de verspreiding van de verschillende ondersoorten van bittere wilg en kruisingen met bittere wilg langs een reeks Vlaamse rivieren verwijzen we naar ZWAENEPOEL (2003). De afwerking van die kartering voor geheel Vlaanderen is pas in 2005 voorzien. De sterke stijging van het aantal waarnemingen van bittere wilg weerspiegelt vermoedelijk slechts gedeeltelijk een reële toename. De laatste decennia wordt bittere wilg steeds vaker als sierboom aangeplant en dat kan de toename van het aantal waarnemingen gedeeltelijk verklaren. Voor het overige kan de positieve tendens vermoedelijk toegeschreven worden aan een verhoogde aandacht voor de slikken en schorren van het zoetwatergetijdengebied van de Schelde en haar bijrivieren, aan de kartering van oorspronkelijk inheemse boomsoorten in Vlaanderen en aan een toenemende kennis van wilgentaxa bij floristen. Een aantal foutieve vermeldingen mag evenmin uitgesloten worden. Vooral de bijzonder vormenrijke amandelwilg wordt wel eens verkeerd als bittere wilg gedetermineerd.
Bittere wilg is een bijzonder vormenrijke soort, waarbij de natuurlijke variatie nog versterkt wordt door talrijke cultuurvariëteiten en kruisingen die gekweekt werden voor de mandenmakerij. Van nature komt bij ons vermoedelijk alleen de ondersoort lambertiana voor. De ondersoort purpurea is echter zeker sinds de negentiende eeuw sterk verspreid als mandenmakerswilg en ook de kruising met katwilg wordt zeer vaak in de literatuur genoemd. De talrijke overgangsvormen tussen de drie taxa maken de determinatie extra moeilijk. Daarnaast is er verwarring mogelijk met de zeer zeldzame Salix x forbyana, vermoedelijk een kruising tussen bittere wilg, katwilg en grauwe wilg, die echter maar van één plaats in Vlaanderen bekend is (Scheldedijk te Hingene). Bittere wilg is een kalkminnende soort en is daardoor van nature zeldzaam in Vlaanderen. De meest natuurlijke standplaats is te vinden op de grindbedden van de Maas. Langs andere rivieren is het vaak onduidelijk of de soort er van nature voorkomt. Mogelijk is bittere wilg op een aantal plaatsen aangevoerd met kalksteenblokken, verwerkt in de oeverbeschoeiing. Op een aantal plaatsen langs de Schelde zijn bittere wilgen aangetroffen langs gedeelten zonder oeverbeschoeiing (Oude Schelde, Bornem) of op plaatsen waar de soort al sinds meer dan 100 jaar bekend is (Heusden). Hier en daar groeit bittere wilg in moerasbosjes waar moeraskalk aanwezig is. Ook dat zijn mogelijk natuurlijke vindplaatsen. Veruit de meeste bittere wilgen zijn echter relicten van voormalige griendcultuur.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.