Bouwen aan groenexpertise

Europese hanenpoot

Echinochloa crus-galli

Hoogte plant

Minimaal:
10cm
Maximaal
120cm

Licht

Min:
half schaduw
Max:
lichte schaduw

Voedsel

Min:
zeer voedselrijk
Max:
zeer voedselrijk

Bloeiperiode

Vanaf:
juli
Tot:
oktober

Vocht

Min:
droog
Max:
vochtig

Bloemkleur

bloemdek ontbreekt

Bestuiving

windbestuiving
Areaal:

Van oorsprong beperkt tot de gematigde en warme klimaatgebieden van Eurazië, heeft Europese hanenpoot zich in de voorbije eeuwen wereldwijd verspreid. Mondiaal behoort hij nu tot de meest gevreesde onkruiden. In Noordwest-Europa (o.a. Nederland, België en delen van Engeland) werd de soort al tijdens de prehistorie als akkeronkruid ingevoerd. Nog verder noordwaarts (Scandinavië, Noord-Rusland) is ze niet of nauwelijks ingeburgerd. ln Wallonië is Europese hanenpoot veel minder algemeen dan in Vlaanderen.

Verspreiding in Vlaanderen:

Sinds de publicatie van de eerste plantenatlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) zijn in Vlaanderen veel witte vlekken grotendeels opgevuld geraakt. Globaal behoort de soort er nu tot de categorie van uiterst algemene planten. Ongetwijfeld is er niet alleen sprake van een groter aantal bezette kilometeren uurhokken, maar in zeer veel gevallen ook van een opvallende toename van de omvang van de aanwezige populaties. Over heel Vlaanderen blijft slechts een klein aantal uurhokken leeg. De densiteit aan bezette kilometerhokken varieert in werkelijkheid wat minder sterk dan de kaart suggereert: in sommige regio's zijn enerzijds duidelijk hogere densiteiten het gevolg van een waarnemerseffect, terwijl anderzijds de lagere densiteit in bijvoorbeeld de Polders en de Hoge Kempen een reele afspiegeling is van de werkelijkheid. Bij de interpretatie van het verspreidingsbeeld dient rekening gehouden te worden met twee met elkaar verbonden variabelen, namelijk bodemgesteldheid en het lokale belang van de maïsteelt.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Kiemperiode:
vanaf Herfst
Gebruik:
granen
Bladseizoen:
zomergroen
Worteldiepte:
150cm
Levensvorm:
therofyt
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Vruchttype:
graanvrucht
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
dieren (uitwendig)
Indigeniteit:
neofyt
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
0.00
Grime-ruderaliteitswaarde:
0.00
Ellenberg licht:
tussen half-schaduwplanten en half-lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van matig vochtige standplaatsen
Ellenberg pH:
indifferent
Ellenberg voedselrijkdom:
uitgesproken stikstofrijke bodems
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
afreatofyt

Allerlei voedselrijke milieus met omgewoelde bodem, van nat tot droog, maar liefst niet te kleiachtig, worden door Europese hanenpoot gekoloniseerd: hakvruchtakkers, plantsoenen, omgewoelde bermen enz. Sinds enkele decennia bieden in Vlaanderen vooral maïsakkers een geschikt milieu voor deze laat in de lente ontkiemende plant, die in deze akkers (net als andere C4-grassen) weet te profiteren van de verregaande eliminatie van dicotyle onkruiden met behulp van herbiciden. Blijft de dynamiek op de groeiplaats achterwege, dan kent de soort, ondanks de overvloedige zaadproductie, al na een paar jaar een sterke terugval.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
criteria niet van toepassing
Zeldzaamheid KFK-klasse:
> = 3184 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Ivan Hoste
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken